Zorgt duel tussen profschaatsers en amateurs voor een ongelijke strijd in het marathonpeloton?
In dit artikel:
In het marathonschaatsen ontstaat wekelijks een duel tussen fulltime profs en rijders die hun sport met werk of studie combineren. Grote betaalde ploegen zoals Essent, Reggeborgh, Royal A-ware en De Haan Westerhoff domineren vaak de uitslagen en beschikken over meer trainingskampen, budget en faciliteiten. Dat geeft hen een structureel voordeel ten opzichte van wielrijders die na een werkdag of college nog het ijs op moeten.
Klaas Poortinga (Team Hamco) illustreert het spanningsveld: hij werkt overdag en traint pas halverwege de middag, terwijl beroepsschaatsers flexibeler zijn in hun dagindeling. Toch ziet Poortinga dat het verschil kleiner wordt door verbeterde trainingsmethoden en voedingsadviezen; met minder uren kun je een hoger niveau bereiken dan vroeger.
Bij de vrouwen is Marijke Groenewoud de uitblinker en haar ploeg AH Zaanlander is de enige formatie waar meerdere rijdsters serieus worden betaald. Opvallend is dat Puur ICT–BTZ, een team van rijdsters die wel werken, recent succesvol was op kunst- en natuurijs en het ploegenklassement won. Ploegleider Eelco Kooistra wijst erop dat het gebrek aan rust en flexibiliteit voor werkende rijdsters de belangrijkste beperking vormt: waar een professional na een training kan recupereren, gaan zijn rensters vaak direct weer aan het werk. Kooistra hoopt dat sponsoren durven investeren zodat meer vrouwenploegen semi-professioneel kunnen worden.
Kim Talsma (Interfarms/Galesloot) is een voorbeeld van iemand die wel fulltime voor de sport kiest en daardoor vrijwel evenveel kan trainen als de profs. Zij combineerde dit seizoen deelname aan het NK Afstanden met marathons en pakte bij de opening in Amsterdam en later op de Vechtsebanen hoge klasseringen.
Sportief nieuws: in Leeuwarden won Maaike Verweij de vrouwenmarathon, mede doordat Groenewoud zich volledig richtte op het NK. Bij de mannen zegevierde Christiaan Haasjes in de Elfstedenhal; de klassementsveranderingen blijven dit seizoen in beweging door afwezigheden en zieken.
Kortom: betaalde ploegen hebben nog steeds de overhand, vooral door tijd en middelen, maar het gat dicht zich langzaam door betere kennis en toegenomen professionalisering bij de niet-betaalde rijders. Voor de vrouwen is meer sponsorsteun cruciaal om het niveau en de breedte van het peloton verder te versterken.