Zieke Melle zoekt plek voor busmuseum
In dit artikel:
Melle van der Goot (68) uit Ruigahuizen zoekt dringend een nieuwe locatie voor zijn eigen busmuseum De Schuur nu artsen hem hebben verteld dat hij waarschijnlijk nog ongeveer een jaar te leven heeft. De afgelopen dagen kreeg hij opnieuw een pallet met net verschenen exemplaren van zijn vijfde boek over lokaal vervoer, waarna hij tijdelijk ‘húsarrest’ had om de levering thuis af te handelen. Tegelijk worstelt hij met de diagnose uitgezaaide slokdarmkanker; bestraling ligt achter hem, hij krijgt geen curatieve behandeling meer en zoekt naar manieren om de resterende tijd zinvol te besteden.
De collectie van Melle groeit al decennia. Oorspronkelijk klein begonnen met het opknappen van een speelgoedvrachtwagen als hobby, ontwikkelde zijn interesse zich tot een omvangrijke verzameling foto’s, documentatie, modellen en materiaal rond streekvervoer en busondernemingen zoals de ZWH (Zuidwesthoek). Zijn passie kreeg vorm toen hij via beurzen en contacten — onder anderen met archiefbeheerder Ferrie Bosman en DAF-verzamelaar Willem van der Honing — steeds meer stukken wist te verzamelen. In 2000 exposeerde hij voor het eerst; in 2004 verscheen zijn boek over de ZWH dat uiteindelijk 1.400 keer verkocht werd. Vorig jaar opende hij officieel een museum in een schuur achter zijn huis aan de Jan Jurjensingel 1, nadat andere plannen voor een onderkomen niet doorgingen.
Het museum bevat behalve historische busmaterialen ook spullen van hedendaagse vervoerders als Qbuzz en regionale tentoonstellingen over tram- en autobusgeschiedenis. Bezoeken kunnen op afspraak; Melle ontvangt bezoekers enthousiast en vertelt gretig over de achtergronden van zijn stukken. Voor hem is de collectie meer dan hobby: het is een stuk regionaal erfgoed en persoonlijke inzet die hij graag intact en toegankelijk wil houden.
Nu de tijd dringt, is de grootste zorg niet zijn eigen gezondheid alleen maar het lot van de verzameling. Melle heeft alle erfgoedinstellingen in de provincie benaderd, maar niemand wil de hele collectie overnemen — men selecteert liever een paar topstukken. Dat wil hij niet: hij wil dat alles samen blijft, niet verspreid of weggeborgen in een kelder. Het Historisch Werkverband Gaasterlân en de erfgoedbeheerder van De Fryske Marren hebben geen geschikte oplossing kunnen bieden. Daarom zoekt hij nog steeds naar een locatie of een partij die het museum kan voortzetten of beheren vóórdat hij komt te overlijden.
De levensloop van Melle vormt het decor van deze passie: opgegroeid op een klein boerenbedrijf, werkte hij onder meer bij loonbedrijven, maaide hij landingsbanen op Schiphol en was hij bijna 25 jaar brugwachter bij Osingahuizen. Zijn vrouw Hielkje en dochter speelden een rol in het vrijmaken van de schuurruimte waarmee De Schuur in 2021 van start kon. Naast de buscollectie bezit hij ook een oude tractor waarmee hij meedoet met de Vrienden van de Krukas.
Melle hoopt dat er nog tijd is — zowel voor hem persoonlijk als voor het veiligstellen van zijn museum. Hij wil voorkomen dat de collectie versnipperd raakt en verlangt naar een plek waar het materiaal voor publiek bewaard en getoond kan worden. Mocht het niet anders kunnen, vraagt hij ten minste dat bezoekers na zijn overlijden afscheid kunnen komen nemen bij zijn huis en nog eenmaal door de schuur lopen. In afwachting daarvan zet hij zich onvermoeibaar in om een waardige opvolging of onderkomen te vinden.