Zeg 'Elfstedentocht' en elke Fries begint te glunderen. Idris (21) uit Leuven onderzoekt hoe dat zit

woensdag, 17 september 2025 (20:43) - Leeuwarder Courant

In dit artikel:

Antropologiestudent Idris David uit Leuven wandelt zes weken langs de klassieke route van de Elfstedentocht door Friesland, met een bolderkar, een Friese vlag op zijn rug en Belgische koeken als gastcadeau. Zijn project is geen toeristische wandeling maar een veldonderzoek: hij wil begrijpen waarom een schaatstocht die al jaren niet heeft plaatsgevonden zo diep leeft in de Friese samenleving. Op een woensdag trekt hij — samen met zijn moeder, terwijl zijn vader de bagage voorrijdt — één van de zwaarste etappes: van Franeker naar Dokkum, de zogenaamde “Hel van het Noorden”.

Overal waar hij komt ziet Idris hetzelfde verschijnsel: bij het noemen van de Elfstedentocht verschijnt er bij veel Friezen een vonkje in de ogen. Dat fascineert hem; voor buitenstaanders lijkt het idee van een hele provincie die even stilvalt om te schaatsen onlogisch, maar voor de inwoners is het een bron van betekenis en verbondenheid. Zijn analyse plaatst die emotie tegen de achtergrond van moderniteit: in een economie en cultuur die voortdurend accumulation en efficiëntie nastreeft, ervaren veel mensen een leegte. De Elfstedentocht biedt volgens hem een alternatief waardenpatroon waarin geld en materiële winst tijdelijk onbelangrijk worden en vrijwilligheid, gezamenlijke inzet en mienskip — gemeenschapsgevoel — centraal staan.

Idris signaleert een omkering van prioriteiten op de dag van de tocht: huizen langs de route krijgen meer waarde dan het duurste pand op de markt; er is geen ruimte voor commercie, wel voor gedeelde beleving. Mensen noemen de Elfstedentocht vaak in één adem met levensgebeurtenissen als geboorte en huwelijk, wat benadrukt hoe diep de tocht als collectieve ervaring verankerd zit. Een belangrijk element is ook de onvoorspelbaarheid: de tocht is afhankelijk van het weer en daarmee niet modereerbaar of controleerbaar — precies dat maakt hem bijzonder in een wereld die steeds meer beheersbaar lijkt.

Voor zijn onderzoek zoekt Idris een breed palet aan stemmen: beleidsmakers, oud-schaatsers, vrijwilligers en toeschouwers. Hij regelde logeeradressen via Facebookgroepen en droeg met kleine gebaren bij aan lokale rituelen (de Vlaamse Jules Destrooper-koeken als gelukswens). Tijdens vrijwilligerswerk bij de Onbeperkte Elfstedentocht zag hij concrete uitingen van mienskip: snelle, onvoorwaardelijke hulp wanneer iemand bijvoorbeeld een oplader voor haar elektrische fiets miste.

Naast de klassieke schaatstocht onderzoekt hij ook andere varianten, zoals de Fietselfstedentocht, maar het ijs-evenement blijft hét symbool. Met zijn project wil Idris niet alleen aantonen wat de tocht emotioneel zo uniek maakt, maar ook wat het verlies ervan zou betekenen voor sociale samenhang. Zelf hoopt hij, inmiddels persoonlijk geraakt door de ervaring, dat de Elfstedentocht ooit weer gereden zal worden.