Wat 'De laatste deur is voor mij' te maken heeft met beroepstrots

zaterdag, 6 september 2025 (09:00) - Friesch Dagblad

In dit artikel:

Practor Henk Steenhuis van Firda bespreekt waarom werknemers blijven wisselen van baan en stelt dat het vaak niet gaat om betere arbeidsvoorwaarden maar om gebrek aan beroepstrots. In een krappe arbeidsmarkt zien veel jongeren werkend naar iets anders zoeken uit nieuwsgierigheid of uit vrees iets te missen; dat kost werkgevers veel geld en maakt werknemers niet per se gelukkiger. Volgens Steenhuis is “het gras groener”-gevoel vooral te begrijpen als je onderzoekt wat mensen trots maakt op hun vak.

Hij definiëert beroepstrots als het gevoel van voldoening en verbondenheid dat ontstaat wanneer iemand z’n werk goed uitvoert en het als waardevol ervaart — voor zichzelf, anderen en de maatschappij. Om die trots concreet te maken onderscheidt hij vijf elementen: vakkundigheid (goed kunnen wat je doet), verantwoordelijkheid (je rol serieus nemen), relevantie (ervaren dat je bijdrage ertoe doet), waardering (erkenning van collega’s en klanten) en ontwikkeling (persoonlijke groei en het overwinnen van uitdagingen). Steenhuis kondigt aan deze aspecten de komende maanden verder uit te werken en nodigt lezers uit hun observaties te delen.

Als praktijkvoorbeeld spreekt hij vlak voor de zomervakantie met Rommy Woudsma, beveiligster bij Firda in het nieuwe Cambuurstadion. Zij illustreert haar trots in het avondritueel: alles controleren en afsluiten omdat “de laatste deur” bij haar ligt — een uitspraak die haar gevoel van verantwoordelijkheid duidelijk maakt. Steenhuis gebruikt dit soort verhalen om te laten zien hoe concrete handelingen en routines trots versterken.

Tot slot roept hij werkgevers, docenten en studenten op na te denken waar trots kan ontstaan: voor werkgevers om verloop te beperken, voor onderwijs om studenten zelfverzekerd de arbeidsmarkt in te sturen, en voor jongeren om arbeidsfomo te voorkomen. Reacties en voorbeelden kunnen naar henk.steenhuis@firda.nl.