Waarom het Landbouwmuseum, ondanks lovend advies, (nog) geen subsidie ontvangt
In dit artikel:
Het Fries Landbouwmuseum in Leeuwarden, dat eind dit jaar zijn honderdjarig bestaan viert, staat voor een onzekere toekomst doordat de provincie de gevraagde subsidie van 760.000 euro voor de periode tot en met 2028 niet heeft toegekend. Hoewel de adviescommissie voor musea het Landbouwmuseum op alle beoordelingscriteria zoals maatschappelijke waarde, publiekstrekking en kwaliteit hoog waardeert, scoorden enkele andere musea nog beter. Door een lager provinciaal budget ontvangen onder meer Museum Belvédère en het Fries Scheepvaartmuseum wel volledige financiering, waardoor slechts 228.000 euro overblijft voor de concurrentie tussen het Landbouwmuseum en Museum Hindeloopen. De adviescommissie noemt dit een lastig dilemma en pleit tevens voor subsidie aan het Kazemattenmuseum vanwege hun goede prestaties, en roept de Friese Staten dringend op extra middelen vrij te maken.
Directeur Peter Wester benadrukt dat het museum, dat met ongeveer 15.000 bezoekers per jaar werkt en een begroting van circa 600.000 euro heeft, zonder provinciale bijdrage moeilijk kan overleven. De subsidie maakt bijna de helft van de begroting uit en, ondanks een recente entreeprijsverhoging en steun van sponsors uit de Noord-Nederlandse agro- en foodsector, is het verlies niet volledig te compenseren. Wester benadrukt ook het maatschappelijke belang van het museum en uit zijn teleurstelling dat een provinciebestuur met sterke banden met de agrarische partij BBB het museum mogelijk laat vallen.
Recent opende het museum dankzij een eenmalige subsidie van gemeente en fondsen nieuwe multifunctionele en expositieruimtes, waardoor bestaande tentoonstellingen over veeteelt, zuivel en akkerbouw ruimer zijn opgezet en er ruimte is voor wisselende exposities. Volgend jaar staat een omvangrijke landelijke expositie over voedsel en voedselsystemen op de planning. Wester is ambitieus en wil het bereik vergroten, maar waarschuwt dat de financiële toekomst sterk onzeker is.
De BBB-fractie in de Friese Staten, vertegenwoordigd door fractievoorzitter Natalie Nauta, laat weten het gesprek met het museum aan te gaan en zich niet neer te leggen bij afwijzing, maar benadrukt dat Fryslân relatief veel aan cultuur besteedt voor haar inwonertal en ontkent een kaalslag in de culturele sector te veroorzaken. De definitieve beslissing ligt nu bij Gedeputeerde Staten, die voor de lastige keuze staan tussen verschillende waardevolle musea binnen het beperkte budget.