Waarom dit historische pandje in Hindeloopen de gemoederen flink bezighoudt
In dit artikel:
Op 28 oktober verleende het college van Súdwest-Fryslân een vergunning voor recreatieve verhuur van het kleine likhús achter de Kapiteinswoning aan de Tuinen 5 in Hindeloopen. Het houten bijgebouwtje – een traditionele zeemanswoning in de tuin waar vroeger familie verbleef tijdens de reizen van de man – hoort bij de Kapiteinswoning, waar al commerciële verhuur van twee kamers plaatsvindt. Bij een recente beleidswijziging werd verhuur van vrijstaande bijgebouwen in principe verboden, maar bestaande likhuzen kregen een uitzondering; dit specifieke likhús was per ongeluk niet meegenomen in die opsomming, waarna de gemeente de eigenaar adviseerde een vergunning aan te vragen.
Jachthaven Hindeloopen exploiteert het huisje en noemt het renovatieproject met authentieke materialen „het tweede museum van Hindeloopen”. De gemeente rechtvaardigt de vergunning deels met erfgoedbehoud en de stelling dat het pand ongeschikt is voor permanente bewoning. Ook passen nieuwe logiesregels waarin locaties die seizoensverbreding en belevingswaarde leveren worden toegestaan.
Tegenstand is er van een lokale actiegroep en politieke oppositie: één bezwaarschrift is ingediend, volgens de actiegroep volgen er meer. De actiegroep protesteert tegen de verdere opkomst van tweede woningen en commerciële verhuur in de oude kern, omdat dat woningen zou onttrekken aan de lokale markt en de sociale binding en het verenigingsleven zou aantasten. De FNP heeft schriftelijke vragen gesteld en spreekt van een ongewenst precedent, verwijzend naar eerdere uitspraken van de gemeenteraad tegen toeristische verhuur in de oude stadskern. Kritiekpunten zijn ook toezicht (in- en uitchecken via sleutelkastje), parkeeroverlast en inconsistentie: likhuzen in de Nieuwstad zouden al permanent bewoond zijn.
De gemeente benadrukt dat het pand nooit als zelfstandige woning heeft gefunctioneerd, dat er fysieke controles plaatsvinden, en dat er plek is voor minimaal één auto, zodat zij geen negatieve gevolgen voor de woningvoorraad of parkeerdruk ziet. De zaak illustreert het spanningsveld tussen erfgoedbehoud en zorgen over toerisering en woongelegenheid in kleine historische kustplaatsen.