Waar zijn de noordelijke bedrijven bij de FD Gazellen Awards? 'We moeten af van bêst genôch-mentaliteit'
In dit artikel:
Heleen Ploeg, mede-eigenaar van YFK Research & Marketing (Leeuwarden/Groningen) en vicevoorzitter van VNO-NCW MKB Noord, hamert erop dat Noord-Nederland structureel ondervertegenwoordigd is bij de FD Gazellen Awards — de jaarlijkse onderscheiding van het Financieele Dagblad voor snelgroeiende bedrijven. In een brief aan de LC eind juni wees ze op de cijfers van 2024: van de in totaal 927 uitgereikte Gazellen gingen er 354 naar het Westen, 309 naar het Oosten, 202 naar het Zuiden en slechts 61 naar het Noorden (27 Friesland, 22 Groningen, 12 Drenthe). Ploeg vindt dat deze scheve verdeling niet aansluit bij de economische realiteit in het Noorden en roept ondernemers op zich vaker aan te melden.
De awards hebben strikte toelatingscriteria: minimaal 20% omzetgroei over drie jaar, een minimumomzet van 500.000 euro in het eerste jaar, een positief nettoresultaat in het laatste jaar (maximaal één verliesjaar toegestaan) en personeelsgroei. Inschrijven voor de 2025-editie kan tot 31 augustus. Ploeg stelt dat veel noordelijke ondernemingen wel aan die voorwaarden kunnen voldoen, maar door bescheidenheid, tijdsdruk of sectorale verschillen ervoor kiezen zich niet aan te melden.
Bedrijven uit e‑commerce, marketing en ict domineren de lijsten; maakbedrijven zijn veel minder zichtbaar. Robert Hoekstra van marketingbureau Brandmerck (Bolsward), vijfmaal Gazellen-winnaar, benadrukt dat de award vooral waarde heeft vanwege het netwerk en de zichtbaarheid die het oplevert, maar erkent dat fabrikanten en bouwbedrijven eerder kiezen voor vakbeurzen dan voor dergelijke prijzen. Jantsje Hellema van deurenfabrikant Van Vuuren uit Grou ervaart het winnen juist als bevestiging dat een maakbedrijf gezond groeit: in de maakindustrie is 20% extra omzet in een paar jaar volgens haar geen geringe prestatie.
Ploeg koppelt de geringe zichtbaarheid aan grotere vraagstukken: krimp, vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt waarin het Noorden moet concurreren om talent, investeerders en overheidsaandacht. Ze waarschuwt dat een gebrek aan podium en ambitie kan leiden tot een onzichtbare regio die gezien wordt als vooral recreatief of ‘pensioenprovincie’. Meer prijzen op nationaal niveau zouden volgens haar het beeld bij pers, financiers en jonge talenten veranderen.
Tegelijk zijn er kritische noten: de Gazellen zijn commerciële prijzen en snelle groei brengt risico’s, zoals het faillissement vorig jaar van een zonnepanelenhandel uit Lemmer die kort daarvoor een award won. Ook kost deelname tijd en sommige ondernemers vinden het ‘hoog van de toren blazen’. Ploeg en voorstanders vinden dat die bezwaren niet moeten weerhouden; de meerwaarde voor medewerkerstrots, werving, netwerken en regionale profilering weegt volgens hen zwaarder.
Kortom: Ploeg roept noordelijke ondernemers op zichtbaarder te zijn en zich aan te melden voor de Gazellen om zowel individuele bedrijven als de regio op de kaart te zetten. Ze ziet kansen vooral ook buiten de snelgroeiende onlinesector — in bouw, techniek en maakindustrie liggen volgens haar onontdekte parels die nationale aandacht verdienen.