VVD wil niet met GL/PvdA, maar zal wel moeten
In dit artikel:
De VVD sluit openlijk samenwerking met zowel de PVV als een GroenLinks/PvdA-combinatie uit, maar die uitsluiting schept een lastig keuzedilemma: het lijkt onwaarschijnlijk dat er een regeringscoalitie kan worden gevormd zonder minstens één van die twee partijen. Lijsttrekker Dilan Yesilgöz herhaalt dat samenwerking met GroenLinks/PvdA geen optie is en zet in op een “stabiele centrumrechtse” coalitie van VVD, CDA, D66 en JA21. Praktisch bezien is die combinatie echter onzeker: JA21 is een jonge, weinig ingebedde partij met interne spanningen en onduidelijkheid rond wie in de Eerste of Tweede Kamer komt (bijvoorbeeld Annabel Nanninga en de kwestie-Toine Beukering), waardoor stabiliteit niet gegarandeerd is.
Een andere campagne, ‘Stem voor Stabiliteit’ van ondernemers waaronder uitgever-investeerder Willem Sijthoff, pleit voor alleen VVD–CDA–D66 — ervaren, gematigde partijen — maar ook dat trio zal waarschijnlijk geen Kamermeerderheid halen. Het erbij nemen van de ChristenUnie zou een meerderheid dichterbij brengen, maar leidt tot een samenstelling die sterk doet denken aan kabinet Rutte IV, de coalitie waarmee de VVD in 2021 brak.
Door zowel links als extreemrechts uit te sluiten heeft de VVD zichzelf politiek in een hoek gedrukt: de partij zal naar verwachting na 29 oktober mogelijk toch moeten bijsturen als zij essentieel blijkt voor een nieuw kabinet. Aan de andere kant buigt GroenLinks/PvdA-leider Frans Timmermans iets en toont hij bereidheid tot een centrumkabinet, maar het blijft de vraag of de linkervleugel van GroenLinks dat accepteert en wat dit betekent voor het lopende fusieproces binnen links — ontwikkelingen die zich komende jaren, onder meer in 2026, verder zullen uitkristalliseren.