Treinen naar het buitenland werd minder duur, maar het vliegtuig blijft te goedkoop | LC commentaar
In dit artikel:
Nu reizen met de trein naar het buitenland steeds vaker goedkoper is dan vliegen, pleit een recent Greenpeace-onderzoek ervoor om vaker op het spoor te stappen. Het onderzoek vergeleek 31 Europese landen en laat zien dat op meer dan de helft van de onderzochte trajecten (bijvoorbeeld naar Berlijn, Kopenhagen en Stockholm) treinreizen goedkoper uitpakken dan vliegreizen. Nederland eindigde gedeeld zevende, samen met Tsjechië.
De prijsverschuiving is niet overal en hangt sterk af van de route en het boekingstijdstip, maar opvallende voorbeelden illustreren de trend: een enkele vlucht Eindhoven–Girona in oktober kost rond de 35 euro — iets minder dan een treinrit van Eindhoven naar Sneek. Desondanks blijven laaggeprijsde vluchten bestaan dankzij prijsvechters als Ryanair en structurele voordelen zoals de historische belastingvrijstelling op kerosine, die luchtvaart goedkoper houdt dan veel alternatieven.
De groei van het luchtverkeer is groot geweest: tussen 2009 en 2019 verdubbelde het aantal vliegreizigers wereldwijd. Dergelijke lage tarieven hebben soms extreme situaties opgeleverd, zoals werknemers die om kosten te besparen langeafstandsvluchten voor dagelijks woon-werkverkeer inzetten. Hoewel Nederland de vliegbelasting heeft verhoogd, is vliegen nog steeds populair. Onderzoek van branchevereniging ANVR toont dat het vliegtuig het meest gebruikte vervoermiddel voor vakanties blijft en dat de recente stijging van vluchten de eerdere winsten van de trein deels heeft uitgevlakt.
Naast kosten vormt klimaatimpact een belangrijke reden om te kiezen voor de trein: luchtvaart is een van de grootste uitstoters van broeikasgassen, en vooral korte vluchten hebben een disproportioneel effect. Vliegen veroorzaakt niet alleen veel CO2-uitstoot maar ook lokale luchtverontreiniging door stikstof en andere emissies.
De Leeuwarder Courant concludeert dat het nieuwe kabinet, samen met Europese partners, meer moet doen om treinvervoer te bevorderen en beter op elkaar af te stemmen. Alleen zo kan het uitgebreide Europese spoornetwerk optimaal worden benut en kan de combinatie van betaalbaarheid en duurzaamheid reizigers echt laten overstappen van lucht naar spoor.