Tjesse (46) uit Burgum speelde als golftalent een WK in Amerika: 'Alles was perfect geregeld'
In dit artikel:
Zestienjarige Tjesse den Haan uit Burgum kreeg eind december 1995 de kans om zich te meten met de internationale jeugdtop tijdens de Orange Bowl in Miami, een prestigieus toernooi dat geldt als het onofficiële wereldkampioenschap voor golfers tot 18 jaar. Drie decennia later blikt hij terug op dat bijzondere avontuur en op zijn weg van jeugdbelofte naar het dagelijks leven.
Den Haan groeide op met golf. Al op zevenjarige leeftijd stond hij voor het eerst op de baan van Lauswolt, meegenomen door zijn vader; ook zijn moeder speelde en zijn broer Djur raakte even fanatiek. Golf bepaalde hun vrije tijd: na school snel met de bus naar de club, putten oefenen in huis en een net in de achtertuin om slagen te trainen. De ouders gaven hen veel ruimte, iets wat Den Haan later zeer waardeerde. Op dertienjarige leeftijd speelde hij zijn eerste buitenlandse toernooi en werd vaste waarde in Jong Oranje. In juli 1995 was hij een van de zes Nederlanders op het EK in Engeland; kort daarna volgde de selectie voor Miami.
Op 24 december vertrok hij naar de Verenigde Staten, samen met de eveneens 16-jarige Machteld Korenhof, en verbleef hij in een chique hotel waar alles professioneel was geregeld. De omstandigheden in Florida — warmte en snelle, glooiende greens — lagen hem echter niet. Hij kwam moeizaam op gang en eindigde buiten de top: de 48e plaats was het maximaal haalbare. Voor Den Haan stond de ervaring echter vooral in het teken van bewondering en leren; hij genoot ervan om dichtbij wereldtalenten te komen en van hun spel te leren, maar had al op die leeftijd realistische verwachtingen over zijn toekomst in de sport en achtte een professionele loopbaan op worldniveau onwaarschijnlijk.
Na nog enkele toernooien — onder meer een jeugd-EK in Slovenië — nam hij afstand van competitiegolf. Het studentenleven en andere interesses kregen de overhand; golf werd beperkt tot enkele keren per jaar, vaak met zijn vader of broer (die als golfleraar bleef werken bij Lauswolt). Inmiddels is Den Haan 46, woont in Zuid-Holland en werkt als officier van justitie. Zijn drie kinderen zijn fervente hockeyers, een passie die ook op hem is overgesprongen: hij staat nu wekelijks op het hockeyveld, een onverwachte maar plezierige switch van clubs naar sticks.
De Orange Bowl-ervaring blijft voor hem een eervolle mijlpaal: niet als springplank naar groot succes, maar als unieke ontmoeting met topspelers en herinnering aan een jeugd waarin golf alle aandacht vroeg.