Terwijl de colleges beginnen, bijten Oekraïense jongeren op een houtje
In dit artikel:
Terwijl Nederlandse studenten weer naar college gaan, zitten veel Oekraïense leeftijdsgenoten die hierheen zijn gevlucht noodgedwongen thuis. Al ruim drieënhalf jaar duurt de oorlog in Oekraïne voort; Rusland annexeerde grote delen van het zuidoosten en vuurt regelmatig raketten en drones af, een situatie die recent nog zichtbaar werd toen Nederlandse F‑35’s Russische drones in Polen onderschepten. Die dreigende realiteit houdt duizenden vluchtelingen jong en oud in onzekerheid — en dat geldt in het bijzonder voor jongeren die net de middelbare school hebben afgerond.
De Nederlandse overheid geeft deze 17‑tot 23‑jarigen geen recht op studiefinanciering en veel hogescholen en universiteiten nemen hen niet op tegen het reguliere (goedkopere) tarief. Daardoor stopt ongeveer 80 procent van deze groep met een vervolgopleiding, simpelweg omdat doorstuderen te duur is. Dat is zorgwekkend in een levensfase waarin onderwijs, sociale contacten en taalverwerving cruciaal zijn. Oekraïense jongeren kampen bovenop die barrière vaak met gebrekkige taalvaardigheid, verlies van een eigen thuis en familieleden (vaak een afwezige vader), en de psychologische nasleep van oorlog en ontheemding — problemen die tijdens de coronajaren bij Nederlandse jongeren al zichtbare schade veroorzaakten.
De Adviesraad Migratie waarschuwde deze zomer dat uitgebreide ondersteuning en onderwijsinstrumenten nodig zijn om deze jongeren ontwikkelingskansen te bieden. De overheid brengt eind september verslag uit aan de Kamer over het vervolgbeleid voor Oekraïense ontheemden; het is de verwachting en wens dat daarbij concrete maatregelen komen om taalonderwijs, onderwijstoegang en sociale integratie te verbeteren. Zo kunnen jonge vluchtelingen hier verder leren, aansluiting vinden bij leeftijdsgenoten en hun talenten ontwikkelen — zowel voor een toekomst in Nederland als mogelijk ooit terug in Oekraïne.