Strijd tussen verzekeraars om zorgpremie barst los. 'Je moet goed opletten, ook als je niet overstapt'
In dit artikel:
Zorgverzekeraars moeten woensdag hun premie voor de basisverzekering 2026 bekendmaken. Het ministerie van Volksgezondheid rekent op een gemiddelde premie van rond de €159 per maand, wat slechts een beperkte stijging is ten opzichte van dit jaar; sommige verzekeraars houden de premie waarschijnlijk gelijk of verlagen hem zelfs iets, zo verwacht Poliswijzer-expert Jorn Alders.
De reden voor de meevallers ligt vooral in hogere beleggingsrendementen op verzekeraarsreserves en een onverwachte meevaller uit het Zorgverzekeringsfonds. Verzekeraars spelen een fel marktspel rond de premiemelding: veel concerns wachten tot het laatste moment en passen prijzen aan om zo veel mogelijk nieuwe klanten te winnen of verliezen te voorkomen. Vorig jaar was het verschil tussen de goedkoopste en de rest van de markt klein, en een paar euro per maand kan grote klantverschillen opleveren.
Het ministerie gaat ervan uit dat verzekeraars gezamenlijk ongeveer €100 miljoen uit hun reserves zullen inzetten om premies te drukken. Volgens gezondheidseconoom Wim Groot doen zij dat bewust om concurrentievoordeel te behalen. Tegelijk brengt een te lage premie risico’s met zich mee: als de opbrengsten niet toereikend zijn voor de zorgkosten — zeker wanneer een verzekeraar relatief veel duur zorggebruikende klanten krijgt — kan dat leiden tot verliezen en druk op de solvabiliteit, ondanks verplichte buffers.
Belangrijk voor verzekerden: eenzelfde of lagere premie betekent niet automatisch onveranderde voorwaarden. Het basispakket is wettelijk gelijk, maar zorgcontracten met zorgverleners en vergoedingen voor medicijnen kunnen per polis verschillen. Nederlanders hebben tot 31 december de tijd om polissen te vergelijken en eventueel over te stappen; vorig overstapseizoen wisselden 1,2 miljoen mensen van verzekeraar (circa 7% van de markt). Het advies blijft om ook bij ongewijzigde premie de polisvoorwaarden te controleren.