Staatssecretaris Gijs Tuinman: Noorden wordt steeds belangrijker voor Defensie

zaterdag, 6 september 2025 (08:12) - Leeuwarder Courant

In dit artikel:

Staatssecretaris Gijs Tuinman (BBB, sinds 2 juli 2024 verantwoordelijk voor Defensie) maakt van het noorden van Nederland een prioriteit voor de krijgsmacht: kazernes in Assen en Havelte worden versterkt, vliegbasis Leeuwarden uitgebreid, oefenterreinen Marnewaard en De Haar groter gemaakt, en de Eemshaven krijgt een rol als zeehaven voor militair transport. Ook komen er munitiedepots in Veenhuizen, bij Staphorst en in de Kollumerwaard. Volgens Tuinman groeit het strategische belang van de noordelijke provincies voor defensieactiviteiten.

Tuinman bezocht Lelystad Airport, dat sinds 2019 gereedstaat voor vluchten maar nog niet benut wordt. Hij wil Lelystad aanwijzen als derde F-35-basis naast Leeuwarden en Volkel en meent dat civiele vakantievluchten en militaire operaties goed te combineren zijn. Tegelijk wil hij beperkingen op militaire vliegbewegingen bij Groningen Airport Eelde versoepelen: de huidige limiet van 400 starts/landingen per jaar moet weg zodat meer operationele en humanitaire vluchten mogelijk zijn, en Eelde zou benut kunnen worden voor pilotentrainingen en technisch onderhoud in samenwerking met KLM.

Innovatie en digitalisering staan hoog op zijn agenda. Defensie investeert in een AI-fabriek in Groningen (op het terrein van de voormalige Niemeyer-tabaksfabriek), waar het ministerie 30 miljoen euro inlegt binnen een rijksbijdrage van 130 miljoen. Tuinman legt uit dat AI en data-analyse cruciaal zijn voor onderhoudsvoorspelling (bijvoorbeeld voor Boxer-pantservoertuigen), operationele paraatheid en het verwerken van intel met energie en datacapaciteit uit de Eemshaven.

De veranderende mondiale veiligheidssituatie vraagt volgens hem om meer mensen, materieel en oefenruimte. Daarom zijn oefenterreinen nodig die variatie bieden — van maïsveld tot bos en open terrein — om bijvoorbeeld drones, luchtverdedigingsoefeningen en voertuigtrainingen te kunnen uitvoeren. Hij benadrukt dat de extra ruimte eerlijk over regio’s is verdeeld, maar dat lokale weerstand en procedures het tempo bepalen.

Over locatiekeuzes: Tuinman schrapte drie eerdere munitieplaatsen in het aardbevingsschadegebied rond Groningen vanwege onvoldoende maatschappelijk draagvlak en Kamerweerstand. Voor het munitiedepot koos hij de Kollumerwaard, op het terrein van een voormalige kruitfabriek; ook Staphorst en Veenhuizen zijn aangewezen. Hij erkent schrijnende situaties voor boeren en speelt in op grondverwerving en ruilmogelijkheden: het Rijksvastgoedbedrijf en rijksrentmeesters worden ingezet om gedupeerden te compenseren of ruilgronden te vinden.

Milieukwesties en lokale waarden speelden mee bij keuzes rond De Haar en het Witterveld: sommige percelen zijn te drassig en ongeschikt voor de benodigde manoeuvres van zwaar materieel, en delen van een gebied dienen als kogelvanger bij een bestaande schietbaan. Voor De Haar lopen nog procedures zoals een MER en grondaankooprecht; Tuinman kan daarom pas beslissingen finaliseren als die trajecten zijn afgerond.

Tuinman wil het traditionele idee van ‘medegebruik’ van landbouwgrond moderniseren. In plaats van de oude Koude Oorlogregeling zoekt hij naar nieuwe vormen waarmee boeren en Defensie tegelijk gebruik kunnen maken van terreinen, met aangepaste regelgeving en afspraken over vergoedingen en bedrijfscontinuïteit.

Financieel wijst hij op beperkingen: het Centraal Planbureau berekende ongeveer 19 miljard euro nodig voor het defensiepad richting 2030 (prijspeil 2030, gekoppeld aan de 3,5%-norm). Tuinman waarschuwt dat die 3,5% -doelstelling alleen niet voldoende is om alle personele, materiële, IT- en industrie-investeringen te dekken. Hij wil ook EU-cofinanciering zoeken voor infrastructurele aanpassingen rondom munitiedepots (wegen, bruggen, veilige A28-op-/afrit bij Staphorst) omdat militaire mobiliteit NAVO-prioriteit is.

Regionaal ziet Tuinman kansen voor economische versterking: de Veiligheidscampus in Assen, ruimte voor defensie-industrie in Emmen (150 ha), en productieactiviteiten zoals composieten voor F-35 en onderdelen voor drones en voertuigen. Hij wil samenwerken met provincies en bedrijven om werkgelegenheid en productie in het noorden te stimuleren; Groningen en Friesland bereiden eigen Defensieagenda’s voor.

Kort profiel: Gijs Pepijn Tuinman, geboren 15 november 1979 in Heerlen, volgde de officiersopleiding aan de KMA, diende onder meer bij het Korps Commandotroepen, werkte als beleidsadviseur en consultant, en was Tweede Kamerlid. Hij is Ridder in de Militaire Willemsorde voor acties in Afghanistan (2009) en woont met zijn partner in Zuid-Holland.