Slachtoffer van eigen waterpolosucces: bij SGHA in Heerenveen is het lastig om het vertrek van speelsters op te vangen

In dit artikel:

SGHA uit Heerenveen kampt met een moeizame start in de Eerste Divisie A: na vier duels staan vier nederlagen, recent 8-17 tegen Zwemvereniging Utrecht. De Friese ploeg is het enige damesteam uit Noord‑Nederland op dit niveau, waardoor de reisafstanden naar tegenstanders groot zijn en dat de instroom van speelsters uit de regio bemoeilijkt.

Trainer Hylke de Haan (32) noemt het succes van het team om überhaupt zo hoog te spelen mooi, maar ook problematisch: potentiële krachten uit SGHA 3 zeggen vaker af omdat reizen te ver is. Bovendien verloren ze in de zomer enkele belangrijke speelsters die verhuisden voor studie of doorstroomden naar eredivisieteams. Daardoor draait het eerste team nu met een jonge selectie; veel speelsters komen uit de eigen jeugdopleiding. De Haan omschrijft dit seizoen als een realistische strijd om lijfsbehoud: het niveau waarop het team nu acteert is op zich al ambitieus voor de groep.

Een opvallende terugkeer is die van Fardau Strampel (20). Ze vertrok om te studeren en combineerde dat met topsport bij ZPC Het Ravijn, maar keerde na vier jaar terug als aanvoerster. Strampel zegt dat de rol hier anders is — minder meegaand, meer leidinggevend — en dat ze bij SGHA weer meer plezier haalt uit het spel.

In de wedstrijd tegen Utrecht benadrukte De Haan dat het achten van doelpunten positief is, maar dat het aantal tegengoals veel te hoog was. SGHA leed vooral aan balverlies en misbruikte kansen met een speler meer, waardoor de tegenstander kon uitlopen via snelle contra’s. Concrete verbeterpunten zijn scherper afronden in overtal en een betere organisatie van de contraverdediging. Het team blijft hopen op behoud in de Eerste Divisie, maar beseft dat daar nog hard voor gewerkt moet worden.