Schrijver Jussi Adler-Olsen is ziek, maar de man achter 'Dept. Q' laat zijn wereldhit nog niet rusten
In dit artikel:
Jussi Adler-Olsen (75), de bedenker van de immens populaire Department Q-reeks, ziet hoe zijn werk dankzij de Netflix-serie wereldwijd een nieuwe golf aan fans krijgt — terwijl hij zelf ernstig ziek is. „Ik word niet meer beter,” zegt de auteur openlijk. Voor de promotie van het elfde deel Dode zielen zingen niet reisden twee Deense medeauteurs, Stine Bolther en Line Holm, mee naar Amsterdam: zij co-schrijven dit boek met Adler-Olsen. De samenwerking begon al vóór zijn ziekte; hij zocht meer tijd voor familie en vroeg het duo na het succes van hun eigen thriller.
Oorspronkelijk zou Department Q na tien delen eindigen en hoofdinspecteur Carl Mørck met pensioen gaan, maar het enorme succes (circa 29 miljoen verkochte boeken wereldwijd, waaronder 1,5 miljoen in Nederland) hield de serie in leven. In het nieuwe deel leeft Mørck afgezonderd en schrijft hij zijn memoires, terwijl Rose en Assad hun eigen problemen hebben en een nieuwe collega, Helena Henry — een Deense vrouw met Franse roots — voor wrijving zorgt. Een onopgeloste moord dwingt Mørck uiteindelijk terug bij zijn ex-collega’s.
De reeks draait sterk om de dynamiek tussen buitenstaanders: de cynische, soms asociale Mørck, de mysterieuze Assad (een Syrische vluchteling die verrassend slim blijkt) en de onvoorspelbare, bijna anarchistische Rose. Adler-Olsen benadrukt dat het mysterie rond Assad en zijn meerlagige karakter centraal staat; het personage werd bewust ‘politiek incorrect’ neergezet en heeft volgens de schrijver mede bijgedragen aan het herwaarderen van een asielzoeker als held in Deense fictie. Holms analyse: de boeken hebben mogelijk ook publieke beelden beïnvloed in een land waar het asieldebat lang fel woedde.
Thematisch verwerken Adler-Olsen en zijn co-auteurs actuele maatschappelijke ontwikkelingen — van coronatijd in aflevering 9 tot macht, sociale media en medische kwesties (zoals afslankmiddelen) in het nieuwe boek. Dat heeft het werk herkenbaar en tijdgebonden gemaakt, en het inspireerde navolging (bijvoorbeeld de vergelijkbare opzet van Slow Horses), al is Adler-Olsen kritisch over de meeste imitators.
De samenwerking met Bolther en Holm verschilt volgens hen van controversiële voortzettingen van andere reeksen: zij werken samen met de levende auteur en kunnen hem raadplegen over personages en verhaallijnen. Adler-Olsen zelf relativeert het voortbestaan van zijn reeks met humor, maar zijn naam blijft boven de boeken staan terwijl Department Q zich verder ontwikkelt — ook nu hij persoonlijke gezondheidsproblemen heeft.