Schrijver John Irving: 'Ik hoop nog de tijd te hebben om twee of drie boeken af te maken'

In dit artikel:

John Irving (83) blijft onvermoeibaar actief: zijn zestiende roman Queen Esther verschijnt nu in Nederland (vertaling Inge Pieters, De Arbeiderspers, 440 blz., €27,99) en hij werkt al aan zijn volgende boek. Tijdens een Zoom-gesprek vanuit zijn werkkamer in Toronto legt de veteraan uit dat hij reizen steeds meer uitspaart om tijd te winnen voor schrijven, hoewel hij steden als Wenen, New York en vooral Amsterdam nog steeds dierbaar vindt.

Queen Esther volgt het leven van Esther, een Joods meisje dat begin twintigste eeuw wordt geadopteerd door een Amerikaans echtpaar. Haar zoektocht naar identiteit voert haar later naar Palestina, waar ze deel uitmaakt van de voorloper van het Israëlische leger en waar thema’s als antisemitisme, veiligheid en het recht op zelfverdediging centraal staan. Het verhaal schuift uiteindelijk op naar haar zoon Jimmy; het boek bevat bovendien verwijzingen naar personages en motieven uit Irvings eerdere werk, en kan daardoor als een spin-off van The Cider House Rules worden gezien.

Irving verklaart dat hij al zijn leven vooral gefascineerd is door mensen en gezinnen die buiten de norm vallen, omdat zulke personages hem als schrijver meer mogelijkheden bieden. Hij schrijft historische romans omdat die hem afstand geven om later verantwoordelijkheid en motieven te kunnen beoordelen. Praktisch werkt hij zeven dagen per week en dwingt zichzelf om eerst de moeilijkste ideeën uit te werken; zijn romans zijn de laatste jaren compacter geworden.

Naast literaire observaties uit hij zorgen over ontlezing en het verdwijnen van de literaire roman, iets wat hij gevaarlijk acht voor het functioneren van democratieën zonder historische bagage. Ondanks zijn leeftijd probeert Irving zoveel mogelijk schrijftijd te benutten: hij hoopt nog twee à drie boeken af te maken.