Roos meet een week lang calorieën. 'Zijn er echt mensen die na elke kop water hun app erbij pakken?'

zondag, 16 november 2025 (07:43) - Leeuwarder Courant

In dit artikel:

Redacteur Roos Tuinenberg probeerde een week lang een caloriemeter-app (Yazio) om te ontdekken hoe gezond haar eetpatroon werkelijk is en wat het dagelijks bijhouden met haar doet. Ze koos de app zonder diepe motivatie, vulde bij installatie een lange vragenlijst in en gaf zichzelf doelen: gezonder eten, letten op porties en meer water drinken. Ze koos ook voor calorieën tellen en een lichte vorm van intermittent fasting, en stelde een streefgewicht in nadat ze haar gewicht op de weegschaal bij haar moeder had gecontroleerd.

De app werkt via scannen of handmatig invoeren en toont kilocalorieën, eiwitten, koolhydraten en vetten; gedetailleerdere gegevens zitten achter een betaalmuur. Al snel bleek het registreren confronterend en omslachtig. Voorbeelden uit haar week: een kant-en-klare YumYum-noodle leek qua calorieën mee te vallen, maar de app toont (in de gratis versie) niet het zoutgehalte; een avondmaaltijd tartiflette telde ruim 800 kcal; een Bossche bol leverde circa 300 kcal; een medium bak bioscoop-popcorn bleek 615 kcal te bevatten. Op drukke of stressvolle dagen – de testweek viel samen met woningproblemen en lekkages – greep ze vaker naar comfortfood zoals diepvriespizza en snacks. Op betere dagen koos ze voor havermout, garnalenpasta en zoete aardappelsoep.

Praktische bezwaren staken snel de kop op. Het bijhouden van wat je eet voelde soms onmogelijk: thuisgemaakte gerechten, kleine hapjes tijdens uit eten (een avond in Groningen met meerdere kleinere gerechten) en drankjes zoals orange wine waren lastig of niet te vinden in de database. Ook het consequent vastleggen van vloeistoffen vond ze onrealistisch; na elk glas water de app openen is voor haar geen optie. De app gaf een dagelijkse limiet van circa 1.388 kcal; vijf van de zeven dagen zat ze boven dat getal, wat haar een gevoel van falen gaf. De administratieve druk en de groeiende stress overtuigden haar uiteindelijk: na zeven dagen verwijderde ze de app.

Wat Tuinenberg uit de proefweek meeneemt, is dubbel: calorieën bijhouden verschaft inzicht in wat en hoeveel je eet, maar het constante tellen kan zelf een bron van stress worden. Ze concludeert dat de app nuttig kan zijn als momentopname of hulpmiddel, maar niet als rigide dagelijkse verplichting voor haar levensstijl. Uiteindelijk wil ze die bewustheid wél behouden, maar zonder de controledruk — en ze keert terug naar het eten van een medium bak popcorn zonder schuldgevoel.

Kleine extra context: calorie-tracking kan mensen helpen bewust te worden van voeding, porties en verborgen caloriebronnen, maar werkt het beste wanneer het praktisch en niet obsessief wordt ingezet; bij sociale etentjes, onvolledige databases en persoonlijke stress is het resultaat vaak minder bruikbaar.