Politiek in het gezin: iene miene mutte...
In dit artikel:
Ouders bepalen in sterke mate de politieke voorkeur van hun kinderen, maar jongeren zijn ook goed in staat om hun ouders te beïnvloeden. Met de verkiezingen op 29 oktober voor de deur en een versnipperd partijlandschap van inmiddels vijftien partijen, kan stemmen voor veel mensen — en zeker voor first-time voters — verwarrend aanvoelen. Jongeren krijgen politieke informatie vanuit thuis, school, vrienden en (sociale) media, en al die bronnen vormen hun zorgen en prioriteiten: onderwerpen als migratie, uitkeringen, wonen, natuur en klimaat spelen mee.
Onderzoek van dr. Linet Durmuşoğlu (2025) laat zien dat ouders de grootste invloed hebben. Dat kan direct zijn (dezelfde partijkeuze overnemen) of indirect doordat ouders en kinderen vergelijkbare links‑ of rechtsorientaties delen. Belangrijk is dat hoe vaker er thuis over politiek gesproken wordt, hoe duidelijker die invloed zichtbaar is. Dat past bij het idee dat politieke keuze vooral een uitdrukking is van morele gevoelens — die al bij peuters (rond 2–3 jaar) aanwezig zijn — en dat kinderen vanaf zeer jong al leren wat hun ouders rechtvaardig of belangrijk vinden.
Toch is het beeld niet eenrichtingsverkeer: jongeren tussen 14 en 20 jaar beschikken volgens Durmuşoğlu over politieke vaardigheden die vergelijkbaar zijn met die van volwassenen en kunnen hun ouders beïnvloeden. Daarom pleit de auteur, orthopedagoog dr. Bianca Bijlsma‑Smoorenburg (voormalig senioronderzoeker bij Planbureau Fryslân), ervoor dat ouders het goede voorbeeld blijven geven voor het behoud van democratische betrokkenheid. Praktisch advies is om rustig met kinderen over politiek te praten, hen serieus te nemen en hun gevoelens en keuzes te respecteren — in plaats van te vertrouwen op willekeur of peilingen.
Kortom: in de aanloop naar de verkiezingen vormt het gezin een krachtige arena voor politieke socialisatie. Ouders spelen een grote rol, maar luisteren naar en in gesprek gaan met jongeren kan niet alleen hun democratische betrokkenheid vergroten, het kan ook helpen bij het nemen van beter geïnformeerde stemkeuzes — soms zelfs door advies van de jonge kiezers zelf.