Over de absurditeit én schoonheid van het leven
In dit artikel:
Matthew Rankins Universal Language is een eigenzinnige, visueel opvallende film die drie ogenschijnlijk losse verhaallijnen in één absurdistische mozaïek vlecht. De regisseur speelt zichzelf en voert de kijker naar een winterachtig Winnipeg waar, tegen de expectatie in, Farsi — een duizenden jaren oude taal die wereldwijd door miljoenen wordt gesproken — de voertaal is. Die linguïstische en culturele tegenstelling vormt de kern van de film: een mengeling van westerse en Iraanse filmtradities.
De episodes lopen uiteen: een stel Iraanse schoolkinderen probeert een bankbiljet onder het bevroren ijs los te krijgen; een onverstoorbare stadsgids leidt toeristen langs surrealistische plekken; en een gedeprimeerde ambtenaar uit Franstalig Quebec (met dezelfde naam als de filmmaker) keert terug naar Winnipeg om zijn zieke moeder te bezoeken en zoekt daar naar slaapmiddelen. Alledaagse elementen — waaronder een opvallende rol voor kalkoenen, een stadsbus en de leraar uit het klaslokaal — verbinden de fragmenten uiteindelijk met elkaar.
De narratieve springerigheid maakt een conventioneel plot moeilijk te vinden en laat motieven vaak onduidelijk, waardoor de film eerder een sfeer- en thematische ervaring is dan een klassiek verhaal. Rankin lijkt autobiografische motieven te verwerken en richt zich op universele onderwerpen: de absurditeit van het bestaan, nostalgie, migratie en de kleine momenten van schoonheid temidden van vreemdheid.
Universal Language biedt meer een beleving dan een simpele verhaallijn; wie openstaat voor associatieve cinema vindt een boeiende, soms raadselachtige film. Recensie: 3,5 sterren. Te zien onder meer in Filmtheater Slieker (Leeuwarden).