OM: rechterlijk pardon voor coffeeshophouder (54) uit Lippenhuizen met veel te grote voorraad
In dit artikel:
Een 54-jarige coffeeshophouder uit Lippenhuizen werd vorig jaar in april betrapt met een veel grotere voorraad softdrugs dan toegestaan. Naar aanleiding van een anonieme tip bij Meld Misdaad Anoniem vond de politie op 18 april op de zolder boven zijn schuur ruim 6.200 gram hasj, 2.775 gram wiet en meer dan 29.000 voorgerolde joints — ver boven de wettelijke limiet van 500 gram handelsvoorraad.
De eigenaar zei dat hij net terug was van twee weken vakantie en dat een personeelslid de inkopen had gedaan; hij weigerde een naam te noemen maar zei wel: “Het is mijn verantwoordelijkheid.” De coffeeshop wordt al meer dan twintig jaar in Heerenveen gerund en volgens de officier van justitie was er geen sprake van een structureel te grote voorraad. Daarom stelde de officier voor om geen straf op te leggen en het zogeheten rechterlijk pardon toe te passen — een gangbare werkwijze waarbij rechters welhandelingen als strafbaar erkennen maar afzien van strafoplegging.
Advocaat Tjalling van der Goot betoogde dat zijn cliënt zelfs vrijgesproken zou moeten worden omdat de anoniemende melding onvoldoende door de politie zou zijn geverifieerd en er geen opzet was. De rechtbank doet uitspraak op 11 november.
De zaak illustreert de blijvende paradox in het Nederlandse softdrugsbeleid: coffeeshops mogen openlijk verkopen, maar zijn verboden hun eigen voorraad te telen of in te kopen en mogen officieel maar kleine voorraden aanhouden, terwijl de praktijk vaak anders is.