Noord-Holland ziet kansen om PAS-melders op Texel te legaliseren

In dit artikel:

De provincie Noord-Holland werkt sinds meer dan een jaar aan een proef om elf boeren op Texel, die sinds 2019 zonder geldige natuurvergunning opereren als PAS-melders, toch vergunningen te kunnen verstrekken. PAS-melders zijn bedrijven die na een rechterlijke uitspraak niet meer aan de toenmalige stikstofregelgeving voldoen, omdat het Programma Aanpak Stikstof niet voldeed aan Europese normen. Hierdoor zijn deze bedrijven formeel in overtreding, terwijl zij destijds geen vergunning konden aanvragen maar slechts een melding hoefden te doen.

Noord-Holland onderzoekt gebiedsgericht of de stikstofimpact van de activiteiten op Texel zodanig beperkt is dat vergunningverlening mogelijk is. De provincie benadrukt dat Texel gunstige ecologische omstandigheden kent, met minder stikstofgevoeligheid en een goede natuurtoestand, waardoor hier een uitzondering kan worden gemaakt. Dit in tegenstelling tot andere delen van Noord-Holland, waar hoge stikstofemissies en nabijheid van beschermde Natura 2000-gebieden het ingewikkelder maken.

Aanvankelijk wilde Noord-Holland de PAS-melders via intern salderen, het verplaatsen van stikstofruimte binnen het gebied, legaliseren, maar een recente uitspraak van de Raad van State stelt strengere voorwaarden aan deze methode. Dit leidde tot aanpassing van het beleid en vertraging. Het provinciebestuur verwacht dat de boeren op Texel tegen eind 2025 vergunningaanvragen kunnen gaan voorbereiden, nadat per gebied de effecten op de natuur zijn onderzocht. Hiermee kan mogelijk een voor Nederland zeldzame route worden geboden om PAS-melders alsnog in overeenstemming met de wet te brengen.