Monique van de Ven (73) openhartig over carrière, foute producenten en haar innige band met Rutger Hauer

donderdag, 4 september 2025 (11:43) - Leeuwarder Courant

In dit artikel:

Monique van de Ven (73) ontvangt op 13 september tijdens Film by the Sea in Vlissingen een oeuvreprijs; tegelijk gaat daar de biografische film Een vrouw als Monique in première. De film — geregisseerd door Claire Pijman en met Joes Brauers als jonge bezoeker — draait vanaf 18 september in de bioscoop. Het project geeft Van de Ven de ruimte om open terug te blikken op haar leven en loopbaan, en combineert gesprekken, fotoalbums en archiefbeelden.

Van de Ven, geboren op 28 juli 1952 in Zeeland (NB), brak als 19‑jarige door met Turks Fruit (1973) en speelde later in onder meer Keetje Tippel, De aanslag en Amsterdamned. Na één jaar toneelschool zette ze zich met lef in de Nederlandse filmwereld; haar samenwerking met regisseur Paul Verhoeven en met Rutger Hauer markeerde haar vroege succes. Hauer, die in 2019 overleed, blijft haar nauw aan het hart: Van de Ven mist hem nog dagelijks.

In Een vrouw als Monique bezoekt een jonge man tijdens vakantie haar huisje in Bretagne; zijn aanwezigheid brengt haar ertoe verhalen uit haar verleden te delen. De film bevat ook persoonlijke en emotionele onthullingen, waaronder het verlies van haar eerste zoon Nino aan een hersenvliesontsteking vóór zijn tweede verjaardag — een gebeurtenis die Van de Ven lange tijd niet publiekelijk had besproken. Ze vertelt dat werken aan kinderfilm Lang leve de koningin haar destijds hielp uit een diepe rouwperiode te komen omdat het haar weer onder mensen bracht.

Na jaren van intensief werken besloot ze na Dokter Deen (laatste werk uit 2018) een sabbatical te nemen. De coronaperiode gaf haar bovendien een welkom gevoel van rust: geen vroege opstaan meer en geen verplichtingen. Ze woont met haar echtgenoot Edwin de Vries — voormalig acteur en schrijver, sinds 1991 haar partner — in Blaricum; zoon Sammie is haar overgebleven kind, en zijn waardering voor de film ontroert haar.

Van de Ven blikt ook terug op haar tijd in Los Angeles met ex‑man Jan de Bont, waar ze naar UCLA ging en af en toe kleine tv‑rollen had. Ze zegt bewust niet te hebben nagestreefd om er een grote carrière in Hollywood van te maken; ze wilde haar band met Nederland niet verliezen en voelde zich al bevoorrecht met de rollen die ze hier kreeg.

Over de veranderende omgang met naaktscènes en machtsmisbruik in de filmwereld erkent ze de noodzaak van meer bewustzijn. De vrije jaren ’70 stonden in schril contrast met het huidige debat; Van de Ven vertelt ook over grensoverschrijdend gedrag dat ze in Amerika ervoer, maar geeft aan nooit stil te hebben gezeten en zich teweer te hebben gesteld. Tegelijkertijd staat ze huiverig tegenover het openlijk profileren van acteurs als politieke activisten: als publiekspoort is volgens haar een zekere neutraliteit wenselijk om de rol van de acteur te kunnen blijven zien.

De oeuvreprijs en de film lijken Van de Ven tot nieuwe reflectie te hebben gebracht; ze geeft toe dat het eerbetoon haar bewuster heeft gemaakt van haar status als icoon van de Nederlandse film. Toch blijft ze nuchter en genietend: ze noemt haar man, haar zoon en haar tuintje met trots, en staat open voor wat er nog kan komen — van kleine gastrollen tot mogelijke nieuwe samenwerkingen via Edwins projecten.