Luciënne Boelsma (CDA) wil de polarisatie voorbij: 'kinst dyn eigen miening pas foarmje ast iepen stiest foar dy fan in oar'
In dit artikel:
Luciënne Boelsma (CDA, plek 14) uit Idskenhuizen wil bij de Tweede Kamerverkiezingen haar ervaring als gemeenteraadslid (2010–2018) en wethouder van De Fryske Marren (2019–2025) vertalen naar landelijke politiek. Ze presenteert zich als iemand die voorbij partijpolitiek steekspel wil kijken en praktische oplossingen zoekt voor problemen die vooral het platteland raken.
Boelsma komt uit een CDA-gezin en woont op een melkveebedrijf waar haar man ongeveer 75 koeien houdt en hun vier zoons meehelpen. Die achtergrond voedt haar interesse voor thema’s als leefbaarheid, woningbouw, landbouw en het veenweidebeleid. Ze benadrukt dat landelijke regels vaak andere effecten hebben in dunbevolkte gebieden dan in steden, en dat Kamerleden uit de regio daarop alert moeten zijn.
Leefbaarheid ziet ze als meer dan het behoud van elk voorziening; dorpen blijken volgens haar vaak veerkrachtig wanneer voorzieningen verdwijnen, mits de gemeenschap ruimte krijgt om samen oplossingen te zoeken. Wel stoort ze zich aan stapeling van regels die verenigingen en bewoners remmen bij (ver)bouwen of het organiseren van activiteiten. Ze steunt voorstellen om regels te schrappen of te vereenvoudigen om lokale initiatieven minder bureaucratisch te maken.
Woningbouw noemt Boelsma het centrale thema van de verkiezingen. Langdurige procedures en bezwaartrajecten vertragen bouwplannen; zij pleit voor kortere procedures, een sterkere positie voor toekomstige kopers en meer inzet op kleinschalige, lokale oplossingen: prefabwoningen, splitsing en ombouw, en “ietsje erbij” uitbreiden in bestaand gebied in plaats van nieuwe grootschalige wijken met veel extra infrastructuur.
Als voormalig wethouder die het veenweidevraagstuk behandelde, erkent Boelsma dat ook de landbouw moet veranderen om bodemdaling tegen te gaan. Hoger waterpeil en meer extensieve bedrijfsvoering zijn soms onvermijdelijk. Belangrijk vindt ze dat boeren zekerheid en passende vergoeding krijgen voor transities; daarom moet het door het kabinet geschrapte transitiefonds volgens haar terugkomen. Over stikstofbeleid ondersteunt ze het CDA-voorstel van een rekenkundige ondergrens van 1 mol voor depositie — maar alleen als die juridisch robuust is, om herhaling van de verwarring rond de PAS-uitspraak te voorkomen. Ze pleit verder voor “doelsturing”: boeren mogen zelf kiezen hoe ze de afgesproken stikstofreductie bereiken, ook al is er nog geen perfect meetsysteem.
Persoonlijk profiel: Boelsma is niet bang voor felle reacties op sociale media en leert er kritisch naar te luisteren zonder zich te laten ontmoedigen; ze noemt zichzelf geen speler van persoonlijke aanvallen maar een voorstander van het horen van beide kanten. In gesprekken en campagnemomenten benadrukt ze de middenpositie van het CDA en doet geen uitspraken over mogelijke coalitievorming.
Deze portretinterview maakt deel uit van een serie met Friese kandidaten in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober.