Lidstaten kunnen niet zomaar nieuwe leden buiten de deur houden

dinsdag, 2 september 2025 (10:14) - Friesch Dagblad

In dit artikel:

In Kopenhagen komen de EU-ministers voor Europese Zaken dinsdag bijeen om hun kennis over het uitbreidingsproces op te frissen — een bijeenkomst die weinig concrete besluiten zal opleveren maar wel politiek geheugenwerk doet. Denemarken speelt daarbij een symbolische rol: het land formuleerde in 1993 de basisregels (de zogeheten Kopenhagen-criteria) waaraan kandidaat-lidstaten moeten voldoen en leidde in 2002 de besluitvorming die leidde tot de uitbreiding met tien nieuwe leden per 1 mei 2004.

Het EU-verdragskader, sinds het Verdrag van Lissabon actueel, houdt een open uitnodiging in voor Europese staten om lid te worden (artikel 49), terwijl artikel 50 regelt hoe een lidstaat kan uittreden — relevant bij de vraag of het Verenigd Koninkrijk opnieuw welkom zou zijn. Voor toetreding geldt het principe "alles of niets": een kandidaat moet aantonen dat hij een functionerende parlementaire democratie heeft, de rechtsstaat en democratische basisregels naleeft en een markteconomie heeft die meekan in de interne markt.

Hoewel elke lidstaat formeel het recht heeft een aanvraag in te dienen, is het pad naar lidmaatschap lang en stroef: er zijn ongeveer veertien momenten waarop onderhandelingen kunnen worden vertraagd of stilgelegd. Publieke weerstand in bestaande lidstaten kan zo’n tijdelijk oponthoud versterken, zeker als een kandidaat niet aan afspraken voldoet. In de praktijk wordt er sinds de uitbreidingen van 2004 zowel per land naar verdiensten beoordeeld als — soms — groepen kandidaten gelijktijdig onderhandeld om onderlinge wrijvingen te voorkomen; dat was de reden voor de massale, gezamenlijke afhandeling rond 2002/2004. Na de toetreding traden echter duidelijke verschillen aan het licht, wat leidde tot strengere nadruk op individuele beoordeling.

Actuele voorbeelden illustreren de variatie in voortgang: Servië kampt met vertragingen vanwege zwakke verankering van parlementaire democratie, terwijl onderhandelingen met Oekraïne en Albanië voortvarend verlopen. Turkije, dat in 2004 kandidaat werd, zag het proces jaren stagneren door politieke ontwikkelingen. Juridisch geldt: als een kandidaat alle stappen succesvol doorloopt, kan toelating uiteindelijk niet juridisch worden geblokkeerd.

De bijeenkomst in Kopenhagen is dus vooral een oefening in geheugenopfrissing en coördinatie van de spelregels die uitbreiding moeten sturen, juist omdat toekomstige beslissingen afhankelijk blijven van politieke beoordeling én de voortgang van kandidaten zelf.