Landbouwmuseum en Museum Hindeloopen langer tussen hoop en vrees over toekenning subsidie provincie
In dit artikel:
Het Fries Landbouwmuseum en Museum Hindeloopen wachten nog op duidelijkheid over hun subsidie voor de komende drie jaar. Bij de recente toekenning van meerjarige cultuursubsidies door provincie Fryslân bleken beide musea gelijk te scoren in het beoordelingspuntensysteem, maar er was slechts ruimte voor één extra museum naast de top vijf. De adviescommissie wilde geen voorkeur uitspreken, terwijl gedeputeerde Sybe Knol niet zelfstandig wil beslissen om mogelijke bezwaren te voorkomen. Hij heeft de commissie gevraagd het opnieuw te bekijken en verwacht binnen twee weken uitsluitsel.
Voorzitter Minke Schat van de adviescommissie noemt het dilemma lastig aangezien beide musea inhoudelijk vergelijkbaar zijn. Zij benadrukt ook het Kazemattenmuseum, dat net geen subsidie krijgt vanwege mindere toegankelijkheid, een punt waar het museum zelf weinig invloed op heeft. Zowel Schat als Knol leggen de verantwoordelijkheid voor een oplossing bij Provinciale Staten en pleiten voor extra budget om het verlies van culturele instellingen te voorkomen. Volgens Schat leidt het wegvallen van musea tot "teloorgang van de Friese cultuur".
Daarnaast wijzen zij op het gebrek aan financiële bijdragen vanuit gemeenten. Oud-minister Dennis Wiersma, voorzitter van de adviescommissie cultuurinstellingen, riep gemeenten op meer te investeren. Knol stelde scherp dat de gemeente Leeuwarden geen geld geeft aan onder andere het Natuurmuseum, Landbouwmuseum en Fries Museum, terwijl dit laatste als enige provinciaal museum in Nederland geen gemeentelijke steun ontvangt. Hij vindt het principieel onwenselijk dat de provincie dit alleen moet dragen, want meer bijdragen van gemeenten kunnen provinciale middelen vrijmaken voor andere musea.
Subsidie kregen nu onder andere Belvédère, Fries Scheepvaart Museum, Natuurmuseum, Museum Dr888 en Museum Martena. Het Fries Museum en Eise Eisinga Planetarium waren al verzekerd van steun via andere regelingen. Aanvragen van het Nationaal Vlechtmuseum en Modelspoormuseum werden afgewezen. Van ongeveer zestig cultuurinstellingen ontvingen negentien ook subsidie, onder anderen Tryater, Pier21, Opera Spanga en Oerol. Wiersma prijst de rijkdom aan culturele initiatieven in Fryslân, maar merkt op dat het groeiende aanbod ook betekent dat meer initiatieven buiten de boot vallen.
Hoewel het maken van keuzes jammer is, was het volgens Knol en Wiersma noodzakelijk. Zij wijzen af dat de zogeheten kaasschaafmethode — waarbij iedereen iets minder krijgt — gewenst was, omdat Provinciale Staten kozen voor inhoudelijke criteria als leidraad. Dit betekent dat sommige initiatieven definitief geen subsidie zullen ontvangen, hoe teleurstellend dat ook is.