Juridische strijd om mondkapjesmiljoenen Sywert van Lienden gaat door: verdwijnt hij achter de tralies?
In dit artikel:
Sywert van Lienden, samen met zijn zakenpartners Camille van Gestel en Bernd Damme, wordt in Rotterdam vervolgd voor oplichting, verduistering, valsheid in geschrifte en witwassen. Tijdens de coronacrisis in het voorjaar van 2020 verkochten zij voor ruim 100 miljoen euro aan Chinese mondkapjes aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Hoewel Van Lienden publiekelijk stelde dat de mondkapjes gratis beschikbaar werden gesteld voor zorgmedewerkers via de ideële Stichting Hulptroepen Alliantie, bleek de handel in werkelijkheid te zijn verlopen via de commercieel opgezette Relief Goods Alliance. Het drietal behaalde hiermee een nettowinst van 20,7 miljoen euro, waarvan Van Lienden zelf 9,2 miljoen euro incasseerde.
Eerder bepaalde een civiele rechter dat deze winst moet worden teruggegeven aan de stichting, die zich zonder winstoogmerk inzette voor zorgverleners. De stichting wil het bedrag aan een goed doel besteden. De Staat nam het initiatief voor terugvordering ook, maar kreeg tot nu toe geen gelijk. Het ministerie van VWS, aanvankelijk verontwaardigd over de winstgevendheid, zei niet op de hoogte te zijn geweest van de omvangrijke winsten. Ook kwam naar voren dat slechts een klein deel van de 40 miljoen gekochte mondkapjes daadwerkelijk gebruikt is; de rest belandde in opslag en werd later afgekeurd.
Naast de strafzaak loopt er een civiele procedure in hoger beroep, aangespannen door de Staat, die eveneens streeft naar terugvordering. In de strafrechtelijke zitting behoort de cruciale vraag of medewerkers van VWS wisten dat zij met een commerciële partij te maken hadden, wat de bewijslast rond oplichting zou beïnvloeden. De landsadvocaat stelt echter dat het drietal de Staat met voorbedachte rade heeft misleid, gebaseerd op interne chats waaruit mogelijk opzettelijke fraude blijkt.
De strafzaak is omvangrijk en complex, met een strafdossier van 17.000 pagina’s en nog geen einde in zicht. Mocht het drietal schuldig worden bevonden, kunnen zij gevangenisstraffen tot zes jaar tegemoet zien. Deze zaak illustreert de spanningen en ondoorzichtige praktijken rondom grootschalige inkoop van beschermingsmiddelen tijdens de coronapandemie.