Jobinder houdt in hoger beroep vast aan toerwagenbedrijf Veenstra, Jan de Wit is verbaasd

In dit artikel:

Jobinder, een organisatie voor leerlingenvervoer in Noordoost‑Friesland, kwam in september in conflict met concurrent Jan de Wit na een aanbesteding voor het vervoer van basisschoolleerlingen uit onder meer Tytsjerksteradiel en Noardeast‑Fryslân naar gymzalen. De opdracht werd gegund aan Toerwagenbedrijf S. Veenstra en Zonen (TVZ) uit Buitenpost; Jan de Wit werd tweede en tekende bezwaar aan omdat TVZ volgens hen niet voldeed aan de aanbestedingsregels.

Kern van de zaak is een referentie: inschrijvers moeten aantonen dat zij eerder vergelijkbaar personenvervoer hebben uitgevoerd. Jan de Wit stelde dat de door TVZ ingebrachte referentie ongeldig was omdat TVZ pas recent als besloten vennootschap is opgericht en formeel een dochter van de Veenstra Groep zou zijn, waardoor de relevante ervaring niet aan TVZ toerekenbaar zou zijn. De kantonrechter vond die argumenten voldoende en verklaarde de referentie ongeldig omdat niet duidelijk was dat alle bedrijfsactiviteiten zijn overgenomen (bussen bleven op naam van de holding staan), en Jobinder hield zich daarmee niet aan de aanbestedingsvereisten.

Jobinder ging in hoger beroep. Zowel Jobinder als TVZ benadrukten voor het hof dat er al jaren een zakelijke relatie is en dat personeel en kennis zijn meegegaan naar de nieuwe structuur, waardoor TVZ volgens hen wél aan de voorwaarden voldoet. Jan de Wit en zijn advocaat hielden tegenover het hof vol dat aanbestedingsrecht strikte formaliteiten kent en dat referenties niet zomaar overdraagbaar zijn; zij bestempelden het vasthouden aan TVZ door de opdrachtgever als mogelijk favoritisme. De advocaat van TVZ pleitte daarentegen voor meer soepelheid in de toepassing van aanbestedingsregels.

De raadsheren stelden weinig vragen en laten op 6 januari uitspraak volgen. De uitspraak moet duidelijkheid geven over de vraag in hoeverre bedrijfsherstructurering referenties in aanbestedingen mag beïnvloeden.