Jan Teade Kooistra (LTO Noord) en Hans van der Werf (Friese Milieufederatie) zien veel goeds in formatiestuk van D66 en CDA
In dit artikel:
D66 en CDA trekken in hun aanzet voor een regeerakkoord scherpe lijnen rond landbouw, natuur en stikstof en willen nu echt voortgang boeken om vergunningverlening voor huizenbouw, bedrijven en boeren mogelijk te maken. Centraal staan gebiedsprocessen die moeten zorgen dat afgesproken stikstofreducties in 2035 worden gehaald; als die processen falen kan in het uiterste geval worden ingegrepen door korting op dier- en fosfaatrechten.
Hans van der Werf van de Friese Milieufederatie (FMF) reageert vooral positief: na twee jaren van weinig beleid ziet hij het als goed dat er nu serieuze stappen worden gezet. Ook LTO Noord ziet “goeie elementen”, maar waarschuwt voor onduidelijkheden en risico’s. Rond kwetsbare natuurgebieden moet een zone komen met extra emissiebeperking, waarbij boeren compensatie krijgen als zij hun bedrijf extensiveren, veranderen, verplaatsen of beëindigen. LTO-Noordman Jan Teade Kooistra vraagt zich af hoe groot die zones worden; te brede zones betekenen volgens hem te weinig ruimte voor landbouw.
Om juridische problemen te vermijden willen D66 en CDA pas een rekenkundige ondergrens voor stikstofneerslag vastleggen zodra daadwerkelijk emissies zijn gedaald, en zoeken ze een juridisch houdbaar alternatief voor de kritische depositiewaarde (KDW). LTO benadrukt dat wetswijzigingen en vergunningverlening gelijktijdig moeten verlopen, zodat boeren niet blijven wachten op uitvoering.
Kooistra is terughoudend over het streven naar grondgebondenheid in de melkveehouderij — hij vreest dat concrete voorstellen zoals het koppelen van dieraantallen aan bedrijfshectares de sector te veel beperken. Positief is dat er nationale, bindende afspraken worden voorgesteld om pesticiden sterk te verminderen en dat de Europese Natuurherstelwet serieus wordt opgepakt, wat ook gevolgen heeft voor meer groen en biodiversiteit in dorpen en steden.
Verder blijven vrijwillige stoppersregelingen bestaan en keert het geschrapte transitiefonds voor het landelijk gebied terug (voorheen circa 25 miljard euro), maar het is onduidelijk hoeveel geld er nu beschikbaar komt. Zowel FMF als LTO wijzen erop dat de plannen pas echt kunnen werken als ze voldoende worden gefinancierd.