Jan (36) wenste corona-minister Hugo de Jonge 'kogel door de kop' maar komt tot inkeer: 'Ik geloofde in complotten'
In dit artikel:
Eind december 2021 kreeg het leven van de 36‑jarige Groninger Jan van Dam een dramatische wending toen een arrestatieteam zijn deur in Emmen forceerde. In aanloop daaraan had Van Dam vanuit een diep gevoel van eenzaamheid en verzet tegen coronamaatregelen via tientallen Facebookgroepen steeds extremer taalgebruik en bedreigingen richting toenmalig minister Hugo de Jonge geplaatst. Die online uitingen leidden tot opschaling in beveiliging rond de minister en uiteindelijk tot strafrechtelijke vervolging van Van Dam.
Van Dam schetst hoe hij geleidelijk werd opgeslokt door complotgroepen: oude vrienden wezen hem op anti‑overheidscontent, waarna hij zich in meerdere groepen verdiepte en dagelijks met desinformatie werd gevoed. Dit verergerde zijn depressie en woede — mede gevoed door onverwerkte PTSS door eerder huiselijk geweld — en maakte dat hij zich volledig tegen de overheid keerde. Hij erkent dat hij niet besefte dat digitale acties echte gevolgen kunnen hebben; pas in detentie drong het tot hem door wat zijn posts betekend hadden voor de minister en diens gezin.
Bij de rechtszitting in Assen werd na een lange voorgeschiedenis van behandeling en eerdere delicten het Openbaar Ministerie geconfronteerd met de vraag naar een passende sanctie. Uiteindelijk leidde de zaak tot een maatregel die gevangenisstraf combineerde met behandeling (ISD), een traject waarin EMDR‑therapie en intensieve gesprekken Van Dam hielpen zijn trauma’s te verwerken. Hij beschrijft die behandeling als moeilijk maar doorslaggevend: de woede verdween en hij hervond rust.
Eind mei bood Van Dam publiekelijk zijn excuses aan in het tv‑programma Parels voor de Zwijnen; dat leidde tot telefonisch contact en recentelijk een face‑to‑face gesprek met Hugo de Jonge, waarbij beide mannen het gesprek als helend ervaarden en contact bleven houden. Van Dam is sindsdien bezig aan een hersteltraject: hij zegt weer in zijn vel te zitten, is niet meer agressief en heeft zijn jeugdliefde teruggevonden.
Hij waarschuwt voor de gevaren van online complotgemeenschappen — waar privégegevens worden gedeeld en haat wordt aangewakkerd — en pleit voor betere voorlichting op scholen en meer investeringen in geestelijke gezondheidszorg. Van Dam erkent dat zijn verhaal niet iedereen uit die denkbeelden zal halen, maar hoopt dat het anderen kan waarschuwen en het belang van behandeling en verantwoordelijkheid onderstreept.