Honderdste geboortedag Jan Wolkers gaat niet onopgemerkt voorbij: 'Voor Karina is hij nog steeds op Texel'
In dit artikel:
Op 26 oktober wordt de honderdste geboortedag van schrijver en kunstenaar Jan Wolkers herdacht, met activiteiten op plaatsen die een grote rol in zijn leven speelden: Oegstgeest, Amsterdam en Texel. Zijn biograaf Onno Blom — die in 2017 een omvangrijke levensbeschrijving van Wolkers publiceerde en door hemzelf was aangewezen als biograaf — organiseert en begeleidt een reeks herdenkingen en publicaties om de herinnering aan Wolkers levend te houden. Rondom de eeuwfeest verschijnen vier nieuwe boeken, er is een literair diner op landgoed Oud Poelgeest (25 oktober) en op 26 oktober opent in galerie Eenwerk in Amsterdam een expositie met werk van Wolkers, te zien tot 17 januari.
Wolkers (geboren op een stormachtige herfstdag als een van elf kinderen) groeide op in een streng gereformeerd gezin in Oegstgeest. De soberheid van zijn jeugd en het leven in een kruideniersgezin contrasteerden met zijn latere levensloop: hij ontwikkelde zich tot beeldhouwer, schilder en vooral tot een van de meest besproken Nederlandse schrijvers van de naoorlogse periode. Zijn liefde voor de natuur ontstond tijdens kinderjaren op landgoed Oud Poelgeest; zijn belangstelling voor beeldende kunst werd verder gevoed in Leidse musea.
Aan de kunstacademie werd Wolkers opgeleid tot beeldhouwer; in 1957 kreeg hij een beurs om bij Ossip Zadkine in Parijs te studeren. Die periode bracht een omslag: in Parijs kocht hij impulsief een typemachine en begon hij al brievenschrijvend en met korte verhalen een literaire weg in te slaan. Terug in Nederland combineerde hij beeldhouwpraktijk met dagelijks schrijven — het beeldhouwwerk bleef zichtbaar in de beeldende kwaliteit van zijn proza.
Wolkers’ werk veroorzaakte vaak ophef. Hij behandelde openhartig thema’s als seksualiteit, religie en de dood, wat in het toenmalige keurige Nederland veel woede én belangstelling opriep. Zijn doorbraak kwam met de roman Kort Amerikaans (1962), waarna een reeks romans volgde, culminerend in Turks fruit (1969). De verfilming daarvan door Paul Verhoeven (1973) met Rutger Hauer en Monique van de Ven werd een groot kassucces en is nog steeds de best bezochte Nederlandse speelfilm ooit. Wolkers groeide uit tot een volksheld die in zijn romans de veranderende tijdgeest — de ontkerkelijking en het publieke debat over zedelijkheid — treffend wist te verwoorden.
Onno Blom werkte tien jaar aan de biografie en heeft nauwe banden met weduwe Karina Wolkers, die nog op Texel woont. Via die relatie kreeg hij ongehinderde toegang tot het omvangrijke archief. Recent bleek er echter nog materiaal te liggen dat ook Blom niet eerder had gezien: twintig lang vergeten dozen achter een dichtgeschroefd schot in de voormalige jongenskamer op Texel. De dozen bevatten brieven, literaire tijdschriften, persoonlijke spullen en vooral een typoscript van de roman De kus (1977), waarvan men dacht dat het ooit verbrand was. De vondst werpt nieuw licht op Wolkers’ nalatenschap; de meest waardevolle stukken worden overgedragen aan de Universiteitsbibliotheek Leiden, die zijn literaire nalatenschap beheert.
Blom vermoedt dat de dozen tijdens de hectische verhuisperiode rond 1980–1981, toen het paar van Amsterdam naar Texel verhuisde en Karina onverwacht werd opgenomen waarna de tweeling prematuur werd geboren, per ongeluk achter een schot in de zolderruimte werden weggestopt en sindsdien vergeten raakten. Het nu uitgegeven Dagboek Texel 1979–1981 belicht precies die periode van vertrek uit Amsterdam, vestiging op het eiland en een nieuwe levensfase voor Wolkers.
De vier bijverschijnselen rond de honderdste geboortedag omvatten heruitgaven en samenstellingen: een bundeling van zijn vroegste romans (Meulenhoff), een dagboek uit 1973 (De Bezige Bij), Bloms Dagboek Texel 1979–1981 (Het Tillenbeest) en een selectie verhalen en essays (Van Oorschot). Naast de boeken en de expositie markeren evenementen als het literair diner de blijvende culturele betekenis van Wolkers, wiens werk nog steeds discussie oproept en gelezen wordt. Karina Wolkers blijft op Texel wonen; daar is Jan overleden en daar rust zijn as onder de tulpenboom in de tuin — een fysieke plek die de band met zijn werk en publiek blijft belichamen.