Hoe diep is de opleidingskloof? 'We hebben veel meer gemeen dan we soms denken'
In dit artikel:
Onderzoek en gesprekken in aanloop naar de Publieksacademie laten zien dat Nederland sterk verdeeld is langs opleidingslijnen: praktisch opgeleiden hebben gemiddeld minder vertrouwen in medemensen, instituties en politiek dan theoretisch geschoolden. Het Sociaal en Cultureel Planbureau en onderzoekers als Toon Kuppens (RUG) en Jaap Nieuwenhuis signaleren dat die opleidingskloof de sociale samenhang onder druk zet en de polarisatie aanwakkert — labels als “woke” of “wappies” illustreren de verharding van het publieke debat.
Volgens de sprekers werd het verschil vanaf de jaren tachtig groter doordat het politieke discours verschoof naar individuele verdienste en gelijke kansen, waardoor opleiding steeds meer als verklaring voor iemands positie werd gezien. Daardoor raakt de onderliggende economische ongelijkheid uit beeld: Nieuwenhuis wijst op de grote concentratie van vermogen (de rijkste 5% bezit circa de helft van het totale vermogen), terwijl aandacht voor opleiding de bestaand machts- en vermogensverdeling grotendeels onaangeroerd laat.
Kuppens benadrukt dat onderschatting en neerbuigendheid van hoger opgeleiden richting praktisch opgeleiden bijdraagt aan gevoel van miskenning, wat populistische stromen voedt. Het gevoel “niet gehoord te worden” speelt diep — het beperkt zich niet tot kiesgedrag, ook al is dat zichtbaar in de opkomst van partijen als de PVV — maar gaat om erkenning van competenties en dagelijkse waardering. Nieuwenhuis voegt toe dat politieke vertegenwoordiging op zich weinig sociaaleconomische verbetering brengt als beleid niet concreet verandert.
Er worden ook oplossingsrichtingen genoemd: eerlijke financiële waardering en betere beloning voor praktisch werk, meer wederzijds respect en houding van bescheidenheid bij hoger opgeleiden, en meer dagelijkse contacten tussen groepen om wederzijds begrip te vergroten. De segregatie in wijken en scholen versterkt de kloof; simpel naast elkaar wonen blijkt onvoldoende als mensen zich sociaal blijven afschermen. Voorbeelden als FNV’s “Fat Cat Day” benadrukken de enorme inkomensverschillen.
Ervaringsdeskundige Tamara Jones schetst hoe intergenerationele armoede en sociale uitsluiting praktische gevolgen hebben — slechtere woon- en schoolomstandigheden, beperkte mobiliteit en minder kansen voor kinderen — en waarom begrip voor die achterliggende problemen essentieel is. Ze pleit voor het benoemen van verschillen zonder uitvergroting, en voor beleid dat signalen van kinderen en gezinnen serieus neemt in plaats van te snel te sanctioneren.
De Publieksacademie sociale wetenschappen over de opleidingskloof met Kuppens, Nieuwenhuis en Jones vindt plaats op dinsdag 7 oktober in Forum Groningen; de avond is gratis en te volgen via livestream. De kernboodschap: erken de opleidingsverschillen, maar verloor de bredere economische ongelijkheid niet uit het oog — en werk aan wederzijds respect en concrete materialistische maatregelen om de kloof te dichten.