Hoe de outlet in Roermond meer bezoekers trekt dan de Efteling. 'Winkelen is hier de hoofdattractie'
In dit artikel:
Designer Outlet Roermond is met 8,3 miljoen jaarlijkse bezoekers de drukstbezochte attractie van Nederland, ruim populairder dan onder andere de Efteling en het Rijksmuseum. Gelegen in Midden-Limburg op een voormalig kazerneterrein en geopend in 2001, biedt het outletcentrum bijna 50.000 vierkante meter winkeloppervlak met een mix van luxe- tot meer toegankelijke merken zoals Gucci, Prada, Marc Jacobs en Jack & Jones. De Britse eigenaar McArthurGlen streeft in zijn 23 centra wereldwijd naar een “gecontroleerde omgeving” waarin bezoekers een prettige en verzorgde winkelervaring wordt geboden, wat blijkt uit de schone, royale faciliteiten, gratis toiletten en sfeervolle architectuur die Europese binnenstadgevoelens oproept.
Een uitgebreid team van zo’n zestig medewerkers houdt toezicht op schoonmaak, veiligheid en winkelprestatie. Door actieve monitoring van verkoopcijfers kan McArthurGlen merken aanspreken die niet aan verwachtingen voldoen; de huur is immers gebaseerd op omzet, wat stimuleert tot goede prestaties en aantrekkingskracht voor klanten. Dit vertaalt zich in een gemiddelde bezoektijd van 3,5 uur waarbij klanten circa twaalf winkels aandoen en gemiddeld 100 euro uitgeven. De bezoekers komen vooral uit Duitsland (55 procent), maar ook uit Nederland, België en steeds vaker uit Aziatische en Arabische landen.
Het centrum onderscheidt zich door een mix van merken en winkels die dicht bij het nieuwste assortiment liggen, doordat collecties vaker op jaarbasis vernieuwd worden. Dit maakt het aanbod aantrekkelijker dan verreweg alleen het “oude seizoen” verkopen. De outlet concurreert bewust niet met reguliere binnenstadwinkels door afspraken over exclusiviteit van artikelen. Voor bezoekers is het centrum meer dan enkel winkelen; de aanwezigheid van horeca en comfortabele zitplekken verlengt de verblijfsduur en verhoogt het winkelgenot.
Volgens directeur Pieter van Voorst Vader functioneert het outletcentrum als een soort pretpark met winkelen als hoofdactiviteit, gericht op een verzorgde, veilige en aangename omgeving waar ook families zonder zorgen naartoe kunnen. Ondanks mondiale handelsspanningen merkt het centrum weinig negatieve gevolgen en blijft de economische veerkracht groot. Daarnaast ziet Van Voorst Vader geen bedreiging in webwinkels, omdat het sociale en belevingsaspect van het fysieke winkelen moeilijk te vervangen is. De centrale ligging nabij dichtbevolkte gebieden en belangrijke beurzen in nabijgelegen Duitse steden zorgt voor een constante toestroom van bezoekers, wat een verdere groei van zowel omzet als aantal klanten realistisch maakt.