Het wonder van VVI: hoe een klein dorp bovenaan staat in de tweede klasse
In dit artikel:
In het Friese dorp Idskenhuizen draait voetbalvereniging VVI als een kleine maar vaste kracht in de landelijke amateurpiramide: sinds 2010/11 vrijwel onafgebroken in de tweede klasse, met een kort uitstapje naar de derde. Dit seizoen staat de dorpsclub, na zes duels, zelfs bovenaan de ranglijst — een prestatie die veel dorpelingen en twee dramende broers verklaarbaar vinden.
Wie het sportpark binnenloopt ziet geen moderne faciliteiten: geen kunstgras of luxe kantine, maar een ouderwetse, sfeervolle dorpskantine en een bescheiden complex dat bij slecht weer soms onbruikbaar is. Daardoor wijken teams soms uit voor trainingen. Toch compenseert de hechte sfeer dat gebrek: op zaterdag wordt er vroeg over wedstrijden gepraat, supporters volgen het eerste team fanatiek en veel fans reizen mee naar uitwedstrijden. Die betrokkenheid geeft VVI volgens spelers een duidelijk thuisvoordeel tegenover stedelijke tegenstanders als Leovardia of Leeuwarder Zwaluwen.
Centraal in het verhaal staan de broers Jitze (37) en Johannes Lindeboom (35). Beide zijn al jaren verbonden aan het eerste elftal en vormen samen de familietaak van de club. Ze illustreren de clubcultuur: Jitze beschrijft VVI als “een echte dorpsclub”, terwijl Johannes het praktischste deel van het verhaal vertelt — over het improviseren met trainingsvelden en over hoe onverwachte successen soms ook een beetje geluk vergen. Zo speelt Johannes nu in de spits vanwege een blessure van de gebruikelijke aanvaller en scoorde hij na zes duels al vijf keer, terwijl hij normaal vier keer per seizoen maakt.
Een belangrijke pijler achter VVI’s prestaties is de jeugd. Jongeren met aanleg trekken in veel gevallen naar grotere clubs zoals ONS Sneek, maar veel 18- en 19-jarigen keren terug wanneer ze daar geen garantie op speeltijd krijgen. Die terugkeer heeft de selectie versterkt: spelers die elders ervaring opdeden komen terug naar de club waar ze begonnen, kiezen vaak voor spelen met vrienden en zorgen zo voor een kwintessensiële mix van kwaliteit en betrokkenheid. De broers noemen die instroom mede de reden dat een klein dorp competitief kan blijven op het niveau van de tweede klasse.
Historisch maakten de Lindebooms samen de opmars van de vijfde naar de tweede klasse mee. Hoewel er af en toe ambitie was om hoger te spelen, bleef de keuze om in de eigen omgeving te blijven overheersen: de sfeer en de teamcohesie wegen zwaarder dan zoveel mogelijk omhoog klimmen. Voor Jitze zit het hoofdstuk eerste elftal er na dit seizoen waarschijnlijk op; Johannes overweegt ook te stoppen, maar is nog in vorm. Dat markeert een voorteken van een generatiewisseling: aanvoeren die ooit de kelderklasse doorliepen zijn nu bijna uitgewerkt, en de jongere lichting zal het stokje overnemen.
Of VVI bij promotie naar de eerste klasse aanhoudt? De broers reageren nuchter — het zou een hoogtepunt zijn, maar er bestaat de wetenschap dat succes fragiel is: twee nederlagen en je staat alweer in de middenmoot. Voorlopig blijft het succes vooral een bewijs van hoe clubcultuur, jeugd terugkeer en dorpshart grote stadsclubs kunnen uitdagen.