Het nieuwe Modelspoor Museum van Sneek. Hoe ziet dat eruit?
In dit artikel:
Sneek krijgt er een groot nieuw publiekstrekker bij: het Nationaal Modelspoor Museum is verhuisd van het oude NS-station naar een veel ruimer onderkomen in een voormalig Leen Bakker‑pand aan de Alexanderstraat (bedrijventerrein Houkesloot) en opent de deuren voor publiek op 11 oktober. Het museum is uitgegroeid van een klein hobbyinitiatief tot een volwaardig uitje met bewegende diorama’s, geluidseffecten en educatieve activiteiten.
Bezoekers worden vanaf de ingang ondergedompeld in een miniwereld: stoomfluiten, spoorbellen en rijdende treintjes vullen de hal, terwijl opstellingen variëren van skiliften en kranen tot sirenende hulpdiensten en openende bruggen. Veel van de decorstukken en banen zijn modulair gebouwd; vrijwilligers werken nog steeds aan opbouw en onderhoud en bezoekers kunnen ter plekke volgen hoe een baan tot stand komt.
De nieuwe locatie biedt aanzienlijk meer ruimte: de tentoonstellingsvloer is ongeveer drie keer groter dan in het station, het hele pand viermaal zo groot. Daardoor konden stukken die eerder in opslag stonden – circa 70 procent van de collectie – nu worden getoond. Sommige banen werden gedemonteerd of hergebruikt; andere zijn nieuw voor deze plek. Met circa 75 vrijwilligers en één beroepskracht (de directeur) werd de verhuizing gerealiseerd. Belangrijke betrokkenen zijn tijdelijk voorzitter Rowdy van der Veen, conservator Robert Brink en vrijwilliger Jouke van der Veen, die technisch werk en educatie coördineren.
Het museum bedient verschillende doelgroepen: gezinnen met kinderen, grootouders met kleinkinderen en modelspoorexperts, de zogeheten ‘puristen’. Er is een speelhoek met houten treintjes, een eenvoudig restaurant en trapjes voor kinderen om beter zicht op de banen te krijgen. Een belangrijk nieuw onderdeel is de educatieruimte, bedoeld voor schoolklassen (drie groepen van twaalf leerlingen). In die ruimte kunnen kinderen zelf schakelingen maken, stoommachientjes activeren en leren programmeren zodat treintjes via apps of telefoonbesturing van perron naar perron rijden.
Ook technisch- en cultuurhistorische elementen zijn aanwezig: een depot dat van binnen te bekijken is, een filmzaal over de overgang van stoom naar elektrisch en tentoonstellingen met bijzondere banen zoals de Emsland‑baan, de Baronessebaan, Märklin‑modellen en verzamelingen als die van Piet Scheltema en Kenneth Smit.
Het museum verwacht dat de nieuwe opzet moet leiden tot een bezoekersstijging tot circa 20.000 per jaar (voorheen ongeveer 10.000). De openingsdag op 11 oktober heeft extra lange openingstijden (10.30–20.00 uur); daarna is het museum dagelijks open behalve op maandag (10.30–17.00). In het voorjaar volgt een officiële opening.