Het mooiste van schrijver James Joyce in de damesmodezaak
In dit artikel:
Tijdens een wandeling in Parijs raakt C. zoek in de Rue de L’Odéon en verdwijnt in een damesboetiek op nummer 12. Door de etalageruit ziet de verteller hoe een verkoopster haar een rode wasberenwollen trui en een vest toont; een man met paardenstaart, die aan Frank Zappa doet denken, nodigt hen uit binnen en begint een gesprek over James Joyce. Hij wijst erop dat Ulysses in 1922 hier werd gepubliceerd door Sylvia Beach’s boekwinkel Shakespeare & Company, en corrigeert de verwarring dat de bekendere zaak aan de Seine pas na de oorlog ontstond. De man blijkt een liefhebber van Joyce — hij noemt Finnegans Wake het mooiste werk en prijst de verteller en C. om hun literaire kennis en uiterlijk. C. voelt zich ongemakkelijk door zijn opdringerigheid en koopt uiteindelijk niets. De scène legt een contrast bloot tussen toeristische winkelpraat en diepere literaire historie: een toevallige ontmoeting waarin herinnering aan een belangrijke publicatie wordt vermengd met hedendaagse commerciële handelingen.