Grand Tour was het tussenjaar van de 18de-eeuwse elite: 'wilde haren kwijtraken in Rome'
In dit artikel:
Het moderne beeld van zestienjarige die een tussenjaar neemt heeft een lange voorgeschiedenis: in de 17de en 18de eeuw trokken vooral jonge aristocraten op de zogenoemde Grand Tour, een meerjarige rondreis door Europa die als eindpunt Italië had. Doel was niet alleen ontspanning, maar vooral het opsnuiven van cultuur, het vormen van smaak, het leren van talen en het leggen van sociale contacten; feesten en andere minder gedistingeerde genoegens maakten daar vaak deel van uit. Conservator Ariane van Suchtelen, die een tentoonstelling over het fenomeen samenstelde in het Mauritshuis, benadrukt dat de Engelse adel het meest in trek was, maar dat ook Nederlandse, Duitse, Franse, Scandinavische en Russische elites deelnamen.
Een klassiek voorbeeld is Thomas Coke (1697–1759), die al op 15-jarige leeftijd met privéleraar en groot gevolg naar Italië vertrok en na zes jaar terugkeerde als gepassioneerd verzamelaar; veel van zijn aankopen zijn nog altijd te zien in Holkham Hall. Portretten laten zien hoe reizigers hun ervaring etaleerden: schilderijen door populaire Italiaanse portretschilders zoals Pompeo Batoni fungeerden als de selfie van die tijd. Typische souvenirs waren antieke beeldhouwwerken en fragmenten van opgravingen (denk aan Pompeï), maar ook vedute—uitgewerkte stadsgezichten van Rome, Florence of Venetië—waarin Canaletto uitblonk.
De Grand Tour was niet uitsluitend een jongensuitstapje: ook oudere heren gingen erop uit, en vanaf de 18de eeuw verschenen vaker vrouwen en soms complete families. De reisroutes varieerden: via de Alpen, waar gevaarlijke bergpassen en rovers wachtte, of per schip langs Marseille en Genua, met risico op zeerovers. Ondanks de luxe was het dus vaak ook een avontuur.
De tentoonstelling The Grand Tour – Bestemming Italië in het Mauritshuis in Den Haag (tot 4 januari 2026) belicht dit culturele fenomeen aan de hand van portretten, topstukken en reissouvenirs. De nalatenschap van die reizen is nog zichtbaar in Europese landhuizen, verzamelingen en de verspreiding van neoklassieke smaak in de 18de en 19de eeuw.