Gerbrand Bakker beschrijft in 'Boedel' de groepsdynamiek van een gezin tijdens het verdelen van moeders spullen | ★★★★☆
In dit artikel:
Gerbrand Bakker publiceert dit jaar alweer een tweede boek: Boedel, een duidelijke voortzetting van het autobiografische werk waarmee hij eerder in Aan mij heb je niks begon (en na het bibliofiele Krokodil in Drenthe). In Boedel volgt hij het proces van het leegmaken en verdelen van het huis van zijn moeder: een praktijk waarin herinneringen, praktische waarde en familierelaties samenkomen.
Bakker houdt de toon nuchter en voorkomt daarmee kleffe nostalgie. De verdeling wordt geregeld met hulp van een boedeltaxateur die spullen een geldwaarde geeft, maar juist kleine voorwerpen — een asbakje dat een pottenbakkersuitstapje in Friesland oproept — geven persoonlijke betekenis. Bakker plaatst zichzelf niet op een voetstuk; hij is één van de kinderen binnen een rij: oudste broer, buurbroer, ik, zus, Duitse broer, jongste broer. De familieverhoudingen ontvouwen zich zuinig en indirect: in korte observaties krijgt de lezer veel zicht op humor, afstand en vanzelfsprekendheid binnen de groep.
Het boek bevat ook foto’s en beschrijvingen van concrete gebruiksvoorwerpen, en levert naast emotie een bijna lexicale inventaris op (je komt woorden als breischede, uierprikker en gortla tegen). Boedel schildert het opruimen als een praktische, soms bevrijdende handeling: weggooien wordt gezien als een nette daad voor toekomstige generaties. Recensie: 4 van de 5 sterren. Uitgever Cossee, 140 blz., €21,99.