Frisia wil zoutproductie onder Waddenzee flink opvoeren. Provincie en Wetterskip zijn tegen

In dit artikel:

Frisia Zout in Harlingen (onderdeel van het Duitse Kali und Salz) wil de zoutwinning onder de Waddenzee flink opdrijven: in plaats van de huidige maximale productie van 32 miljoen ton (zoals vastgelegd in het plan dat tot 2052 geldt) vraagt het bedrijf toestemming voor een plafond van 45,5 miljoen ton, een stijging van ruim 42 procent. Het plan vloeit deels voort uit het vertrek van gasbedrijf Vermilion begin dit jaar, waardoor Frisia ruimte ziet om meer te winnen.

Provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân hebben het ministerie van Klimaat en Groene Groei echter een negatief advies gegeven over het nieuwe winningsplan. Bestuurders noemen de baten — inclusief de werkgelegenheid in Harlingen (ongeveer 150 directe banen, circa 250 met indirect personeel) — onvoldoende tegenover de risico’s. Belangrijke zorgen zijn dat de bijkomende bodemdaling de laagtekom ten noorden van Harlingen onder de zeedijk zou brengen, wat de waterveiligheid aantast. Ook vreest men dat het werelderfgoed-Waddenzee verder onder druk komt te staan en dat fijnere sedimenten door mijnbouw de bodem- en voedselketen voor foeragerende wadvogels veranderen, verwijzend naar NIOZ-onderzoek.

Frisia-directeur Bart Hendriks is teleurgesteld en wijst erop dat de extra daling volgens hem niet groter wordt dan die van de eerdere gaswinning en dat er afspraken bestaan om kosten voor zeedijkversterking te vergoeden. Het Wetterskip waarschuwt echter dat de schade achter de dijk onherstelbaar kan zijn en niet te compenseren met andere waterpeilmaatregelen.

De uiteindelijke beslissing ligt bij minister Sophie Hermans; als zij akkoord zou gaan, steunt de provincie het voorstel van de gemeente Harlingen voor een omgevingsfonds. De gemeenteraad van Harlingen neemt in december een advies over het plan; de recent geopende nieuwe winningslocatie van Frisia is een losstaand project.