Fortuyn, Wilders en nu Bontenbal? Dit is waarom we steeds stemmen op 'verlossers' in de politiek
In dit artikel:
In Nederland zoeken ontevreden kiezers steeds vaker niet naar een partij maar naar een charismatische leider die verandering belooft. Die dynamiek, die zich de afgelopen decennia heeft versterkt, leverde figuren op als Pim Fortuyn, Jan Marijnissen, Thierry Baudet, Caroline van der Plas en Pieter Omtzigt: politici die vooral als persoonlijkheid kiezers aantrekken en hun partijen soms tijdelijk tot grote hoogte stuwen.
Recente voorbeelden: Baudet maakte Forum voor Democratie in 2019 bij de Provinciale Statenverkiezingen plots wélig; Van der Plas bracht BBB in 2023 provinciaal succes door haar ‘gewone’ stijl; Omtzigt bouwde in korte tijd Nieuw Sociaal Contract en behaalde in 2023 twintig Tweede Kamerzetels, maar na zijn vertrek lijkt die partij vrijwel uit elkaar te vallen. Ook Geert Wilders blijft een krachtig voorbeeld van leiderschap dat veel kiezers aanspreekt met een duidelijk narratief. Tegelijk leidt het vertrek of de terugval van zulke persoonlijkheden vaak tot het wegvloeien van hun electoraat—zoals gebeurde na de dood van Fortuyn en nu bij NSC.
De opkomst van Henri Bontenbal binnen het CDA illustreert hoe persoonsgebonden stemmen ook in traditioneel partijgebonden kringen toenemen. Uit een Ipsos I&O-peiling blijkt dat voor veel potentiële CDA-stemmers Bontenbal doorslaggevend is; hij presenteert zich echter nadrukkelijk als vertegenwoordiger van de christendemocratische stroming en wil niet als solistische ‘redder’ worden gezien. Analisten verschillen van mening over wie wél als verlosser kan worden bestempeld: sommigen zien Wilders als zodanig vanwege zijn authentieke stijl en populistische boodschap; anderen wijzen erop dat veel stemmen voor hem strategisch konden zijn en niet per se uit daadwerkelijke verering voortkwamen.
Onderzoekers onderscheiden meerdere soorten ‘verlossers’ naar aanleiding van het soort onvrede waarop zij inspelen: degenen die reageren op een gevoel van cultureel verval (bijvoorbeeld Wilders), op institutioneel falen (Omtzigt) of op morele en sociale wanorde (zoals Bontenbal probeert te doen binnen zijn partij). Ook Van der Plas richt zich op het vertrouwen tussen burger en overheid, met name op het platteland.
Achter deze persoonsgerichtheid ligt een bredere maatschappelijke ontwikkeling: individualisering en afnemende partijbinding. Waar vroeger veel kiezers via familie, religie of sociale klasse langdurig aan een partij verbonden waren, zweven nu grote groepen kiezers tussen opties. De komst van televisie, internet en sociale media heeft het gezicht van de lijsttrekker nog belangrijker gemaakt en biedt ruimte voor persoonlijke verhalen en storytelling. Daardoor ontstaan personalistische partijen (LPF, PVV, BBB, FvD) die sterk aan één persoon zijn gekoppeld.
Tegelijkertijd vormt het Nederlandse regeringssysteem een rem: Nederland is een coalieland met instituties en wetten die grote alleen-oplossingen in de weg staan. Politieke beloften die niet worden waargemaakt kunnen daardoor extra ontgoocheling veroorzaken. Conclusie van experts: de ruimte voor ‘verlossers’ groeit, maar hun duurzame invloed is vaak beperkt door de aard van het politieke stelsel en de kwetsbaarheid van aan een enkel persoon gekoppelde partijen.