Femke Kok haalt met haar ouders herinneringen op. 'Zonder hen had ik hier niet gezeten'
In dit artikel:
Femke Kok (25) uit Nij Beets staat al jaren in de schijnwerpers als drievoudig wereldkampioen op de sprintafstand, maar in dit gesprek blijft het familiefront juist bescheiden. Haar ouders René (56) en Ilja (52) fungeren achter de schermen als vaste steunpilaren: zij vormden vanaf het begin het dagelijks ondersteuningsapparaat dat haar carrière mogelijk maakte.
Femke groeide op als een energiek kind dat alles vroeg beheerst onder de knie had: van turnen en judo tot schaatsen. Sport zat in het gezin — vader René was marathonschaatser (onder meer deelnemer aan de Elfstedentocht), moeder Ilja reed in 1997 ook de Elfstedentocht uit — en nam hun dochter al vanaf jonge leeftijd mee het natuurijs op. Omdat officiële schaatslessen pas vanaf zeven jaar begonnen, volgde Fem eerst turnen en judo; haar lenigheid en competitieve instelling vielen vroeg op. Rond haar zevende begon ze met jeugdschaatsen en al snel reden de ouders haar naar clubtrainingen.
De betrokkenheid van haar ouders was intens en praktisch: Ilja volgde zelf een trainerscursus zodat ze Femke kon begeleiden bij de club (onder meer naast mensen als Remmelt Eldering), René hielp specifiek met techniek en nam haar ’s avonds mee naar Thialf of Leeuwarden om foutjes weg te werken. Het gezin draaide zijn agenda om rond Femkes trainings- en wedstrijfschema; opa en oma steunden door te helpen met dagelijkse taken.
Ook mentale begeleiding was cruciaal. Als tiener kampte Femke met extreme zenuwen en moest ze soms overgeven voor wedstrijden. Haar ouders gaven haar de keuze: stoppen of professionele hulp zoeken. Met hulp van een sportpsycholoog leerde ze omgaan met spanning, wat een doorbraak bleek. Sportief leverde dat resultaat: als junior pakte ze meteen de wereldtitel allround, en vanaf 2019 maakte ze grote stappen richting de sprintspecialisatie. In 2023 werd ze de eerste Nederlandse vrouw wereldkampioen op de 500 meter; die titel prolongeerde ze de jaren daarna, waarmee ze uitgroeide tot dominante sprintster.
In 2024 raakte haar opmars kort onderbroken door een CMV-infectie, waardoor ze langere tijd niet kon trainen. Dat zorgde voor grote zorg binnen het gezin en frequent medisch toezicht, maar ze knokte terug en pakte in het vervolg van het seizoen opnieuw toptijden en wereldtitels. Nu staat alles in het teken van de Winterspelen in Milaan; hoewel ze recent het NK in Thialf won op 500 en 1000 meter, moet ze eind december nog kwalificeren voor het olympische team — een spannend selectietoernooi waar eerdere successen geen garantie vormen.
De portrettering toont een hecht gezin waarin praktische hulp, technische coaching en emotionele steun samenwerkten aan een topsportcarrière. Zonder die thuisbasis, zeggen ze zelf, was het succes van Femke veel minder waarschijnlijk.