Femke Kok haalt met haar ouders herinneringen op. 'Het was voor haar veiligheid beter dat wij thuis geen trampoline hadden'
In dit artikel:
Femke Kok (25) staat al jaren in de schijnwerpers als sprintkoningin, maar thuis in Nij Beets vormen zij en haar ouders René (56) en Ilja (52) een hecht, terughoudend trio dat haar carrière vrijwel achter de schermen faciliteert. Tijdens een gesprek in een restaurant in Leeuwarden blijkt hoe bepalend hun rol is geweest: van eerste schaatstochtjes op natuurijs tot technische bijsturingen in Thialf en emotionele steun bij tegenslag.
Sport zat in het gezin: vader René was marathonschaatser (onder meer deelnemer aan de Elfstedentocht van 1986) en moeder Ilja voltooide de Elfstedentocht in 1997. Femke kreeg haar eerste schaatservaring rond haar derde jaar en ontwikkelde al snel een brede beweeglijkheid — ze was lenig en probeerde turnen, judo en later wielrennen naast schaatsen. Omdat jeugdschaatslessen pas vanaf zeven beschikbaar waren, begon ze eerst met turnen; Ilja nam daarna zelf trainerslessen om Femke lokaal les te kunnen geven.
René nam met name de technische begeleiding voor zijn rekening: avondtrainingen om aangeleerde fouten recht te zetten, gezamenlijke tv-kijksessies over bochtentechniek en zelfs nachtritten naar trainingsbanen als deuren gesloten waren. Kleine anekdotes illustreren hun aanpak: thuis oefende Femke uren met klikpedalen in de keuken, en een keer lieten ze een trampoline weg uit de tuin omdat haar sprongen te spectaculair waren voor veilig thuisgebruik.
Als junior boekte Femke snel succes — ze werd meteen wereldkampioen allround bij de junioren — en in 2019 werden de stappen duidelijker. Vanaf 2020 concentreerde ze zich op de sprintafstanden. In 2023 behaalde ze een historische mijlpaal door als eerste Nederlandse vrouw wereldkampioen op de 500 meter te worden; die titel prolongeerde ze in 2024. Die opeenvolgende wereldtitels maakten de ouders trots, maar ook bezorgdheid en praktische offers zijn nooit ver weg geweest: het gezin paste huiselijke en werkroosters aan en schakelde grootouders in om de logistiek te dragen.
Een belangrijk keerpunt kwam rond Femkes zestiende, toen podiumspanning leidde tot extreme nervositeit en zelfs braken voor wedstrijden. Haar ouders stelden toen een duidelijke keuze: stoppen of hulp zoeken. Femke ging in therapie bij een sportpsycholoog, leerde ontspanningstechnieken en kon haar competitie-angst uiteindelijk overwinnen — een stap die volgens het gezin essentieel was voor haar latere succes.
Ook tegenslag bleef niet uit. Na een sterke periode raakte Femke besmet met het CMV-virus, waardoor ze lange tijd nauwelijks kon trainen en haar bloedwaarden wekelijks werden gecontroleerd. De onzekerheid was groot, maar ze herstelde en keerde later het seizoen sterk terug, opnieuw dominant op de 500 meter.
Op dit moment richt alles zich op de Olympische Spelen in februari: hoewel Femke onlangs bij het NK in Thialf de 500 en 1000 meter won, moet ze zich eind december nog officieel plaatsen voor het toernooi in Milaan. Dat haalt de spanning weer naar boven; René benadrukt dat eerdere titels geen garantie zijn voor kwalificatie en dat het toernooi spannend zal worden. Voor hem en Ilja is het, zoals altijd, vooral hopen dat hun dochter haar ritme behoudt — en dat ze er samen als familie van kan blijven genieten.
Kortom: de carrière van Femke Kok is het resultaat van talent en doorzettingsvermogen, maar evenzeer van praktische en emotionele inzet van ouders die ondanks hun terughoudendheid onmisbaar bleken bij haar ontwikkeling, van de eerste schaatspasjes tot het internationale podium.