Elke dag een eigen festival
In dit artikel:
Filmfestivals schieten alle kanten op en trekken massa’s bezoekers, ook tijdens de 45e editie van het Noordelijk Film Festival in Leeuwarden. Volgens Gerard Wolters draait de aantrekkingskracht vooral om sfeer en samen zijn: festivals bieden een meerdaagse, sociale beleving die je niet meteen krijgt bij een losse bioscoopavond. Historisch gezien zijn dit soort bijeenkomsten geen nieuw fenomeen — al in de Pythische Spelen van meer dan 500 v.Chr. werden sport en kunst meerdere dagen gevierd.
Tegelijk kampt de reguliere bioscoopsector met teruglopende bezoekersaantallen en stijgende kosten, vooral voor grote buitenfestivals die door regelgeving duurder worden. Dat verklaart deels waarom zaal- en binnenfestivals sterk in opkomst zijn. Het aanbod blijft echter overvloedig: na Leeuwarden start op dinsdag 11 november het Food.Film.Fest in Grou (Koldyk), het IDFA gaat van start in Amsterdam, het IFFH in Den Haag en er zijn non‑commerciële filmaanbiedingen in Zeist (11–12 november).
Als reactie op de krimp in bioscoopbezoek proberen filmtheaters extra’s te bieden — van zijprogrammering en eten tot merchandising. Wolters doet een praktische aanbeveling: organiseer je eigen minifestival met vrienden of buren, samengesteld uit het bestaande filmaanbod. Hij geeft een voorbeeldthema ‘klassieke griezels’ met een combinatie van Guillermo del Toro’s Frankenstein, Bugonia (Yorgos Lanthimos, genoemd als remake van een Zuid‑Koreaanse film uit 2003) en afsluitend One Flew Over the Cuckoo’s Nest (1975). Zo’n thuisevenement combineert kijken met nabespreken en samenzijn, en vereist weinig organisatie.
Praktische info uit het artikel: Bugonia draait in Filmhuis Slieker, Pathé Leeuwarden en Cine Sneek; Frankenstein is te zien in Pathé Leeuwarden; One Flew Over the Cuckoo’s Nest draait vanaf 20 november in Slieker.