Een schoolontbijt is fijn maar armoedebeleid vraagt meer dan dat
In dit artikel:
De Kinderombudsman, Margrite Kalverboer, concludeert in haar rapport Opgroeien in onzekerheid dat er voor kinderen die in armoede opgroeien sinds 2016 weinig is veranderd. Het rapport — de vijfde kinderenquête van haar kantoor, afgenomen met veertien vragen over thuis, school, veiligheid en toekomst — verscheen tien dagen na Prinsjesdag en verhoogt de urgentie over beperkte toekomstperspectieven van deze kinderen.
Op zo'n 1.700 basisscholen (bijna een kwart) starten leerlingen de dag met een schoolontbijt. Dat initiatief, ondersteund door onder meer het Rode Kruis en het Jeugdeducatiefonds, levert tastbare voordelen: kinderen zijn energieker, concentreren zich beter en ouders en schoolstaff werken vaker samen, waardoor sneller hulpbehoeften zichtbaar worden. Toch stelt de Kinderombudsman dat zulke losse maatregelen — ontbijt, een sportabonnement of schoolspullen — te weinig wezenlijk veranderen voor gezinnen in armoede. Veel acties zijn aanbodgedreven en niet afgestemd op wat kinderen en huishoudens daadwerkelijk nodig hebben; er ontbreekt een samenhangende visie.
Het kabinet presenteerde rond Pinksteren een kaderidee voor armoedebeleid, maar daarover is weinig concreets gevolgd en deskundigen, zoals het Instituut voor Publieke Economie, noemen het eerder een verkenning die gemeenten geen duidelijkheid biedt over wat wel of niet is toegestaan. Kalverboer benadrukt dat politieke en beleidsmatige gemiddelden (zoals genoemd in de Troonrede over werkloosheid en koopkracht) de grote verschillen tussen huishoudens verdoezelen.
De kernboodschap is dat goede lokale initiatieven waardevol zijn, maar structurele en gecoördineerde beleidsmaatregelen nodig zijn om echt iets te veranderen voor kinderen in armoede. Kalverboer zal haar zorgen en aanbevelingen verder toelichten tijdens de Rede fan Fryslân in het Provinsjehûs.