Een procent van het Bruto Nationaal Inkomen voor vrijwilligerswerk? Dat is nog niet zo'n gek idee
In dit artikel:
Donderdag debatteert de Tweede Kamer (Vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport) over vrijwilligerswerk, naar aanleiding van een voorstel van de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV). De NOV vraagt om structurele rijksmiddelen voor organisaties die vrijwilligers inzetten: als vuistregel een procent van het bruto nationaal inkomen, ongeveer tien miljard euro per jaar. Die financiële basis moet verenigingen en stichtingen stabiliseren en hen ruimte geven voor langetermijnplanning, stelt de vereniging.
Vrijwilligers vormen al een omvangrijke pijler onder de samenleving: in 2024 deed 49,5% van Nederlanders van 15 jaar en ouder vrijwilligerswerk. Onderzoekers en het Sociaal Cultureel Planbureau waarschuwden eerder (2022) dat vrijwillige inzet mogelijk afneemt, maar volgens de NOV is de politiek nog onvoldoende bereid zich daarop voor te bereiden. Vrijwilligers zijn actief in zorg, duurzaamheid, onderwijs, armoedebestrijding, sport, cultuur, veiligheid en de energietransitie — sectoren die zonder hen kwetsbaarder zouden zijn.
Praktijkvoorbeelden illustreren de waarde: vrijwilligers hielpen recent een inwoner van Aldeboarn door een verwaarloosd tuinpad te herstellen, waardoor die bewoner het onderhoud weer zelf aankan. Tegelijkertijd verdwijnen voorzieningen: Stichting Present Amsterdam stopt per 1 oktober, iets wat volgens lokale politici een verlies aan sociale verbinding betekent, vooral in stedelijke gebieden waar anonimiteit groot is.
Economisch wegen vrijwilligers zwaar; jaarlijks wordt hun inzet geraamd op ruim 117 miljard euro. NOV wil dat structurele overheidsfinanciering die maatschappelijke meerwaarde ondersteunt en organisaties beschermt tegen instabiliteit, zodat vrijwilligerswerk ook in de toekomst blijft bijdragen aan leefbaarheid en sociale cohesie.