Dit verwacht bouwer Romke (45) van de politiek: een einde aan de onrust en eindelijk keuzes maken
In dit artikel:
Romke Hekstra, vierde generatie eigenaar van een bouw- en rietdekkersbedrijf in Damwâld, werkt met zo’n tachtig medewerkers aan renovatieprojecten voor sociale huurwoningen, onder meer aan de De Coninckstrjitte. Zijn onderneming levert de dakwerkzaamheden voor een renovatie in opdracht van woningcorporatie Thús Wonen, waarbij Jorritsma Bouw de rest van de woningen aanpakt. Op de daken gebruikt Hekstra vezelhennep als isolatie en matzwarte pannen; de hennep wordt lokaal geteeld voor GreenInclusive, dat naar verwachting een verwerkingsfabriek in Drachten opent. Hekstra is momenteel een van hun grootste afnemers.
Hekstra zet bewust in op natuurlijke materialen en duurzame bedrijfsvoering: het bedrijf is van het gas af en streeft ernaar uiteindelijk volledig offgrid te draaien. Redenen zijn zowel idealistisch — lagere CO2-uitstoot en verantwoordelijkheid naar toekomstige generaties — als praktisch: Europese regelgeving zal naar verwachting het speelveld veranderen, en voorbereiden is volgens hem verstandig. Hij verwacht dat CO2 dezelfde politieke en maatschappelijke aandacht kan krijgen als stikstof heeft gehad.
Tegelijkertijd ervaart Hekstra frictie tussen ondernemen en politiek. Hij noemt het gebrek aan consistente lijn bij politici en het ontbreken van inhoudelijke debat frustrerend; beleidswisselingen en onduidelijkheid werken door in de regio en op de werkvloer. Voorbeelden van problemen die hem raken: aangescherpte regels voor het inhuren van zzp’ers, aanhoudend personeelstekort en veranderende arbeidspatronen (veel medewerkers werken vier dagen), en logistieke belemmeringen zoals netcongestie — projecten kunnen stilvallen als er geen beschikbare stroom is. Ook het uitgebreide en soms rigide vergunningen- en natuurregels (bijv. beschermde vleermuizen) leiden tot vertragingen, al ziet hij de laatste jaren enige versoepeling.
Hekstra pleit voor heldere politieke keuzes en langetermijnvisie. Als ondernemer vindt hij dat de sector zich ook zelf duidelijker moet roeren: regio’s en bouwbedrijven moeten laten zien welke kant ze op willen, waardoor beleidsmakers makkelijker volgen. Als prikkel om meer uren aantrekkelijk te maken noemt hij fiscale prikkels — bijvoorbeeld belastingvrijstelling voor de laatste tien uren — of het inzetten van oudere vakmensen als werkmeesters. Hij twijfelt over welke partij het beste bij hem past en voelt zich geen politiek dier, maar hoopt dat er bestuurders komen die knopen durven doorhakken.
Kortom: Hekstra ziet kansen voor verduurzaming en regionale productie (zoals hennepisolatie), maar waarschuwt dat onduidelijk politiek beleid, personeelstekorten, netcapaciteit en regelgeving de uitvoering en groei van de bouwsector ernstig kunnen belemmeren.