De zoektocht naar mijn verloren stem: een reconstructie

woensdag, 12 november 2025 (12:14) - Friesch Dagblad

In dit artikel:

Journalist Jan Ybema ontdekte na de verkiezingen dat het proces‑verbaal van zijn stembureau zijn voorkeursstem aanvankelijk niet bij de juiste kandidaat vermeldde: in het eerste pv stond de door hem gekozen kandidaat op nul stemmen. Geschokt en twijfelend of hij zelf misschien verkeerd had gestemd, diende hij via het door zijn gemeente aangegeven kanaal een melding in bij het centraal stembureau via een online formulier van de Kiesraad. Op de geplande publicatiedatum van het centraal proces‑verbaal (vrijdag 7 november) bleek de uitslag gecorrigeerd: de kandidaat had uiteindelijk zeven stemmen; zes dorpsgenoten hadden kennelijk hetzelfde voorval meegemaakt.

Ybema gebruikte zijn persoonlijke ervaring als vertrekpunt om te onderzoeken wat er kan misgaan bij het tellen en noteren van stemmen en wat een kiezer kan doen. De Kiesraad bevestigt dat meldingen alleen goed onderzoekbaar zijn als je de enige kiezer bent die in een bepaald stembureau voor die specifieke kandidaat heeft gestemd; anders is de discrepantie niet traceerbaar op individueel niveau. Als een ingeleverde stempas helemaal geen bijbehorend stembiljet heeft, leidt dat tot een telverschil dat door het gemeentelijk stembureau wordt herteld.

Het stemproces op stembureaus volgt landelijk vastgelegde instructies: eerst worden stembiljetten per partij verzameld en gecontroleerd, daarna worden ze per kandidaat geteld waarbij tellers opnieuw moeten verifiëren of de stapel bij de juiste kandidaat hoort. Toch ontstaan vooral notatiefouten: het goede getal wordt geteld maar op het telformulier bij de verkeerde kandidaat genoteerd. Oorzaken zijn onder meer nummering die over pagina's heen loopt (bijvoorbeeld kandidaat 1 en 51), lege velden bij kandidaten met nul stemmen, of sterk op elkaar lijkende namen naast elkaar. Zulke notatiefouten veranderen meestal niets aan het totaal voor een partij en beïnvloeden in de regel de zetelverdeling niet, behalve in zeldzame en bijna hypothetische gevallen rond voorkeursstemmen.

Om fouten op te sporen gebruikt de Kiesraad ook data‑analyse: op basis van verwachte stemaantallen per kandidaat per stembureau kunnen grote afwijkingen als indicatie voor nader onderzoek dienen. Nationaal gaf de Kiesraad aan dat aan 139 gemeenten in totaal 303 opdrachten zijn gegeven voor nader onderzoek (waaronder gedeeltelijke hertellingen); 150 van die opdrachten volgden na een burgermelding. In die controles werden 7.766 telverschillen ontdekt — bijna duizend minder dan in 2023 en ongeveer de helft van het aantal in 2021.

In Fryslân zijn alle correcties gebundeld in een corrigendum van het hoofdstembureau van kieskring Leeuwarden. Kleine kandidaatniveau‑aanpassingen troffen onder meer CDA, GroenLinks‑PvdA, BBB, JA21, DENK en Partij voor de Dieren. Alleen bij DENK en de PvdD moest ook het partijtotaal worden bijgesteld: DENK kreeg tien stemmen minder (naar 1.831) en de PvdD tien meer (naar 6.343).

Ybema eindigt tevreden dat zijn stem toch goed is verwerkt en concludeert dat stemmen tellen mensenwerk blijft, maar dat het Nederlandse systeem door een combinatie van vaste procedures, hertellingen bij telverschillen en statistische checks robuust, controleerbaar en transparant blijkt te zijn.