De Tsjechen mogen in oktober ook naar de stembus. En ook zij hebben hun eigen Wilders
In dit artikel:
Op 3 en 4 oktober gaan de Tsjechen naar de stembus. De verkiezingen spelen zich af tegen de achtergrond van een stabiel klinkende maar politiek kwetsbare situatie: economisch en maatschappelijk doet Tsjechië het relatief goed, terwijl de zittende centrumrechtse regering onder premier Petr Fiala electorale sleutels verloor en kans ziet af te druipen ten gunste van de populistische beweging ANO van miljardair Andrej Babiš.
Wat er staat te gebeuren (wie, wat, wanneer, waar)
- Wanneer en waar: parlementsverkiezingen in de Tsjechische Republiek op 3–4 oktober.
- Hoofdrolspelers: zittende premier Petr Fiala (Spolu-coalitie) versus Andrej Babiš (ANO), plus andere partijen zoals Stan, Piraten en extremistische partijen aan beide zijden.
- Verwachte uitkomst: peilingen laten ANO als grootste partij zien; circa 30% van de kiezers is nog onbeslist.
Sociaal-economische en geopolitieke context (waarom belangrijk)
- Tsjechië profileert zich als een betrouwbaar prowesters lid van EU en NAVO, met president Petr Pavel als uitgesproken liberaal-democraat. Het land steunt Oekraïne actief, deels ingegeven door de historische herinnering aan de inval van de Sovjet-Unie in 1968.
- Praktische steun: Tsjechië coördineerde een internationale aankoop van zwaar artilleriemunitie voor Oekraïne — dit jaar gaat het om ongeveer 1,8 miljoen granaten, gefinancierd door een coalitie van landen waarvan Denemarken en Nederland de belangrijkste donateurs zijn.
- Vluchtelingen en integratie: ruim 385.000 Oekraïners verblijven in Tsjechië; per inwoner is dat het hoogste aandeel in Europa. Honderden Oekraïense studenten volgen gratis onderwijs en tienduizenden kinderen gaan naar Tsjechische scholen.
Sterke punten van Tsjechië
- Economie en levensstandaard: laag werkloosheidspercentage (2,8%), stabiele overheidsfinanciën met een schuld rond 43% van het bbp, en een recent sterke verbetering van de koopkracht (meer dan 5% stijging).
- Publieke voorzieningen: brede sociale beleidsaccenten zoals gratis of sterk gesubsidieerde warme lunches op basisscholen, een staatsgefinancierd netwerk van 520 kunstscholen (ZUŠ) waar ruim 250.000 kinderen na schooltijd artistiek onderwijs krijgen, en aantrekkelijke kortingen of gratis openbaar vervoer voor 65-plussers in grote steden.
- Welvaartsverschillen: veel Tsjechen bezitten tweede huizen op het platteland (ongeveer 450.000), waardoor bezit van onroerend goed een groter aandeel van rijkdom uitmaakt dan liquide middelen — een contrast met de Nederlandse situatie.
Knelpunten en politieke onvrede
- Ondanks de economische indicatoren is premier Fiala populair onder deskundigen maar impopulair bij veel kiezers. Zijn coalitie heeft de afgelopen vier jaar weinig spraakmakende hervormingen doorgevoerd en verkeert in beeld als besluiteloos: onafgehandelde pensioenhervorming, moeizame gezondheidsreformatie en onvoldoende succes tegen corruptie.
- Corruptie blijft een probleem: Tsjechië staat op de 46e plaats op de Corruption Perceptions Index, een pijnlijke positie vergeleken met Nederland.
- Politieke vermoeidheid heeft ruimte gemaakt voor populistische retoriek.
De opkomst van Babiš en de populistische dynamiek
- Andrej Babiš (71), miljardair en voormalig premier, is de gedoodverfde winnaar volgens peilingen. Zijn partij ANO gebruikt eenvoudig, direct taalgebruik en een mobiele campagne met een herkenbare campereenheid. Het partijlabel ANO (Tsjechisch voor "ja") versterkt die boodschap.
- Babiš profileert zich als succesvolle selfmade zakenman en vergelijkt zich publiekelijk met figuren als Donald Trump; zijn retoriek is populistisch maar minder radicaal pro-Russisch dan sommige andere Europese populisten.
- ANO is organisatorisch anders dan de PVV: het heeft een ledenbasis en staat niet openlijk afkeerlijk tegenover EU- of NAVO-lidmaatschap, wat politieke manoeuvreerruimte biedt maar ook dwingt tot coalitievorming.
Extremistische flanken en coalitiekalculus
- Het Tsjechische politieke spectrum bevat sterke extremistische partijen: de extreemlinkse Stačilo en de nationalistische SPD (met rond 12% peilingen). Beide pleiten voor uittreding uit NAVO/EU en nauwere banden met Rusland, maar hun kiezers stemmen meestal niet op ANO.
- Babiš heeft, ook als grootste partij, partners nodig om te regeren. De aanwezigheid van meerdere partijen boven de kiesdrempel (5%) betekent dat coalitievormen ingewikkeld blijven.
- In tegenstelling tot sommige Nederlandse paralellen is ANO geen eenmanspartij zonder leden en is de radicale achterban minder uitgesproken pro-Moskou.
Belangrijke verschillen met Nederland en andere landen
- Zowel in Nederland als Tsjechië is er een sterk populistisch alternatief; parallellen met Geert Wilders bestaan qua stijl en doel: macht verwerven en grotere politieke stempel drukken. Toch verschillen Babiš en Wilders in organisatie, mate van pro-Russische sympathie en thema’s: migratie en islam spelen in Tsjechië veel minder politiek mee dan in Nederland.
- Constitutionele verschillen: in Tsjechië heeft de president meer invloed op benoemingen dan in Nederland, wat voor Babiš relevant is gezien zijn zakelijke belangenverstrengeling.
Slotbeeld
Tsjechië presenteert zich als economisch gezond en maatschappelijk zorgzaam, maar politieke vrees en onvrede kunnen dat imago ondermijnen. De verkiezingen beloven een overwinning voor Babiš en ANO, maar een stabiele regeringsformatie is niet gegarandeerd. De uitslag zal bepalend zijn voor de balans tussen pro‑westerse continuïteit en populistische verandering in het hart van Midden-Europa.