De hypotheekrenteaftrek is geen taboe meer. En moet er nu een straatje bij of een hele nieuwe stad?
In dit artikel:
Wonen staat centraal in veel partijprogramma’s, maar het onderwerp is complex: besluiten voor bouw en planontwikkeling lopen vaak jaren vooruit (vergelijkbaar met een ‘varkenscyclus’), waardoor aanbod en vraag regelmatig mislopen. Het huidige tekort is deels het gevolg van een eerdere overproductie tijdens de financiële crisis, plus recente belemmeringen zoals een tekort aan vakmensen, langdurige bezwaarprocedures, stikstofregelgeving en snellere bevolkingsgroei door migratie.
Veel partijen trekken dezelfde conclusie: er moet aanzienlijk meer gebouwd worden en procedures moeten versneld. Over de middelen en accenten verschillen ze sterk.
Korte schets van partijstandpunten
- PVV: wil snel meer bouw (inclusief middenhuur en koop) door kantooromzetting en optoppen, grootschalige bouwlocaties en minder regelgeving. Sociale huren wil de partij verlagen met 10% en corporaties vrijstellen van winstbelasting. Voorrang voor statushouders en duurzaamheidseisen worden geschrapt.
- GroenLinks–PvdA: pleit voor een versnelling van woningbouw via een nieuwe wet, meer sociale huur, afschaffing kostendelersnorm, gefaseerde afbouw hypotheekrenteaftrek en een startersfonds. Corporaties krijgen meer ruimte en speculatie moet worden bestreden.
- VVD: legt nadruk op massale nieuwbouw (voorkeur randen van steden), terugdringen van regels en grondspeculatie tegengaan. Wil overheidsgeld koppelen aan betaalbare woningquota, maar geen verandering van hypotheekrenteaftrek.
- D66: voorstelt tien nieuwe gemengde steden, 30% sociale huur in nieuwe wijken, benutting van leegstaande ruimte en langzame afbouw hypotheekrenteaftrek waarvan opbrengst naar lagere inkomstenbelasting gaat.
- CDA: streeft naar 100.000 woningen per jaar (2/3 betaalbaar, 30% sociale huur), standaardisatie in bouwen, afbouw hypotheekrenteaftrek en snellere procedures.
- SP en DENK: stevige inzet op sociale huur. SP wil een miljoen betaalbare huurwoningen en corrigeert speculatie; DENK deelt sociale focus en voegt anti-discriminatie op de woningmarkt toe.
- Partij voor de Dieren: wil krimp van de veestapel (vrijgekomen grond benutten voor bouwen), meer groene en klimaatbestendige woonwijken en extra aandacht voor architectuur en woonkwaliteit.
- FvD: draait veel voorgestelde duurzaamheidsregels terug, wil minder sociale huur en stimuleert particuliere huur en verkoop door corporaties.
- SGP: combineert meer aanbod met maatregelen om vraag te remmen (minder immigratie, minder echtscheidingen), behoud van hypotheekrenteaftrek open voor herziening en versterking van sociale huur.
- ChristenUnie: legt nadruk op herbestemming en binnenstedelijke verdichting, rentmeesterschap en sociale leefbaarheid (bijv. plaatsing van ontmoetingsplekken).
- VOLT: pleit voor leefbare, groene wijken en sterkere rijksregie; ook inzet op procedureverkorting en tegengaan van speculatie.
- JA21: legt de schuld bij klimaat- en stikstofbeleid en pleit voor beperking van immigratie, meer marktwerking en afschaffing overdrachtsbelasting.
- Regionale partijen zoals FNP willen prioriteit voor bewoners met binding aan de regio.
Concrete thema’s die vaak terugkomen
- Sneller afhandelen van bezwaarprocedures en meer rijksregie bij blokkades.
- Omzetting van kantoren, optoppen en herbestemming van bestaande gebouwen.
- Meer senioren- en flexwoningen om doorstroming te bevorderen.
- Diverse benaderingen voor hypotheekrenteaftrek: sommige partijen willen geleidelijke afbouw met compensatie via lagere inkomstenbelasting; anderen willen handhaven.
- Tegengaan van (grond)speculatie en het beter benutten van binnenstedelijke ruimte.
Hoewel vrijwel alle partijen bouwen en uitvoeringsverbetering als kern zien, bestaan grote meningsverschillen over de rol van sociale huur, duurzaamheidseisen, immigratie en fiscale maatregelen. Een gezamenlijk knelpunt dat in veel programma’s onderbelicht blijft, is het tekort aan vaklieden om de voorgenomen bouwsnelheid waar te maken.