Chestertons positieve blik op feeën en elfjes vormde het geloof van Vincent van Vught

zaterdag, 27 september 2025 (10:00) - Friesch Dagblad

In dit artikel:

Honderd jaar na de oorspronkelijke verschijning in Engeland is G. K. Chestertons invloedrijke werk The Everlasting Man nu opnieuw in het Nederlands verschenen als De eeuwige mens. Chesterton (1874–1936), vooral bekend om Orthodoxie, wordt in dit boek door velen als zijn belangrijkste werk gezien. De nieuwe vertaling is van Vincent van Vught (1993), een milieu- en bodemdeskundige die enkele jaren geleden tot geloof kwam in een internationale gemeente in Wageningen en het project uit persoonlijke overtuiging vertaalde. De uitgave is ingeleid door Anton de Wit en verschijnt bij KokBoekencentrum.

De kern van Chestertons betoog is dat de mens in allerlei religieuze uitingen en mythen zoekt naar waarheid, maar dat alleen in Christus die zoektocht zijn volle antwoord vindt. Chesterton waardeert mythen, sprookjes en volksverbeelding: zij bevatten volgens hem een oerinstinct, een reiken naar zin en vervulling dat niet van tevoren moet worden afgedaan als betekenisloos. Tegelijkertijd benadrukt hij dat veel religieuze praktijken en voorstellingen tekortschieten; ze tonen slechts “contouren” van de waarheid en missen vaak een voltooide openbaring.

Van Vught benadrukt in zijn toelichting twee kanten van Chestertons visie. Enerzijds is er het respect voor de diepere menselijke verlangens die in mythologie en volksgeloof terugkeren; anderzijds is er scherpe kritiek wanneer religie de mens vernederlijkende of demonische vormen aanneemt, zoals rituelen die geweld en ontmenselijking legitimeren. Voor Chesterton is een toetssteen of een religie de menselijke waardigheid optilt of juist verlaagt.

Een belangrijk deel van het boek behelst Chestertons schets van de historische betekenis van Jezus van Nazareth. Hij plaatst het vroege christendom in zijn tijd als iets radicaal anders: een vrij eenvoudige, hoopvolle beweging die niet bij de gevestigde joods-Romeinse religieuze orde paste. In Chestertons lezing vormt Christus het beslissende antwoord op het gebrek dat de oude mythologieën niet konden invullen: de Schepper wordt mens en overwint daarmee lijden en dood, waarmee het christelijke verhaal het centrum wordt waar mythos en logos samenkomen.

Stijlistisch is Chesterton excentriek en speels; hij werkt graag met paradoxen en beeldrijke vergelijkingen — bijvoorbeeld het idee dat de goddelijke handen die hemel en aarde schiepen later klein genoeg werden om een mensenkind te dragen — en hij gebruikt humor om theologische punten scherp te maken. Die aanpak kan lezers soms doen verdwalen in zijdelende verhalen en wijdlopige redeneringen, maar wie doorleest krijgt regelmatig passages die lang bijblijven. Van Vught waarschuwt dat het geen pageturner is, maar belooft dat geduldige lezers rijkelijk worden beloond.

De nieuwe vertaling verschijnt in een tijd waarin de belangen van traditie en zingeving opnieuw veel aandacht krijgen. Van Vught plaatste Chesterton naast C. S. Lewis als een geestelijke met wie hij persoonlijk veel heeft gehad; waar Lewis meer gestructureerd en geordend schrijft, zoekt Chesterton in uitwaaierende essayistieke vormen naar het geloofsverhaal. De uitgave biedt zo niet alleen toegang tot een klassieker van de Engelse katholieke apologetiek, maar ook tot een schrijver die mythe, filosofie en bijbelse geloofservaring met elkaar wil verzoenen.

Praktische informatie: De eeuwige mens, vertaald door Vincent van Vught, met een inleiding van Anton de Wit, verschijnt bij KokBoekencentrum en is prijsgegeven in de verkoopinformatie van de nieuwe uitgave.