CDA'er Bontenbal doet zich fatsoenlijker voor dan hij is | LC commentaar
In dit artikel:
Het CDA profileert zich als hoeder van fatsoen, waarden en ‘normaal’ politiek gedrag, maar de partij worstelt met wat dat concreet betekent en voor wie. De discussie spitst zich toe op twee kwesties: de integratiemotie van VVD’er Bente Becker — die het bijhouden van opvattingen van mensen met een migratieachtergrond voorstond en waar het CDA vorig jaar mee instemde — en de vrijheid van onderwijs van reformatorische scholen waarmee vormen van discriminatie tegenover homoseksuelen lijken te worden goedgepraat.
CDA-lijsttrekker Pieter Bontenbal stond recent in Nieuwsuur onder vuur nadat hij over een oud-leerling van een reformatorische school suggereerde dat diens thuissituatie en schoolkeuze bepalend zijn voor zijn identiteit, en dat scholen ruimte moeten krijgen voor hun “standpunten”. De betrokken school hanteerde de regel dat je wel homo mocht zijn maar dat dat niet openlijk mocht worden beleefd — een positie die volgens critici neerkomt op gedwongen eenzaamheid voor homoseksuele leerlingen. Bontenbal verdedigde de prioriteit van artikel 23 (vrijheid van onderwijs) boven of naast artikel 1 (gelijkheid), en zei dat het mag “schuren”.
De woorden van Bontenbal leidden tot felle kritiek in de media; hij trad terughoudend op met excuses in Vandaag Inside. Commentatoren merken op dat hij eerder al pas van koers veranderde nadat publieke verontwaardiging over steun aan de integratiemotie opkamde. Het artikel pleit voor een grondige herbezinning op artikel 23 — zoals ook partijen als D66, GL/PvdA en VVD bepleiten — omdat onverantwoorde vrijheden in het onderwijs bijdragen aan segregatie en soms in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel. De affaire heeft directe politieke consequenties: in peilingen verloor het CDA terrein.